23-24 3D 8 sep les 3. Weerswoorden en kijkvaardigheid

4 september
Wie ist das Wetter bei dir?

Openingsopdracht
Wat: Woorden van het weer kunnen begrijpen
Hoe: Lees de weervoorspelling in stilte! Beantwoord daarna de vragen op het bord voor jezelf.
Tijd: 5 Minuten

1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

4 september
Wie ist das Wetter bei dir?

Openingsopdracht
Wat: Woorden van het weer kunnen begrijpen
Hoe: Lees de weervoorspelling in stilte! Beantwoord daarna de vragen op het bord voor jezelf.
Tijd: 5 Minuten

Slide 1 - Slide

Vragen
Wat betekent het woord:
 Gewitter (dann donnert und blitzt es)
Schauer ( ein bisschen Regen ab und zu)

Slide 2 - Slide

Zu tun
- Wörter über das Wetter und die Jahreszeiten (jaargetijden)
- Sehfertigkeit: Die Natur

Lernziel- Am Ende kannst du:
- Biene, See, Gegend, Klimawandel  übersetzen (vertalen)
- Woorden herkennen over het weer , de jaargetijden en activiteiten


Slide 3 - Slide

Das Wetter
Sonne --> scheint
Regen --> es regnet
Wind --> weht

schön
schlecht
Das Wetter ist schlecht, es regnet

Slide 4 - Slide

Even oefenen
Wat: woorden van het weer en de seizoenen toepassen
Hoe: Uit je boek H1 blz 16 opdr 3,5 en 6
Tijd: 10 min max
Eerder klaar? Lees alvast blz. 14 opdr. 1 en maak opdr. 2

We bespreken de opdrachten ook meteen

Slide 5 - Slide

Aufgabe 3
im Herbst
Im Winter
im Frühling
im Sommer
Es regnet
es schneit
es weht
die Sonne scheint
heiß
ruhig
kalt gut



Slide 6 - Slide

Buch Seite 14 Aufabe 1 (20min)
Die Biene sucht Honig.
Aus ganz Deutschland kommen Touristen.
ganz viel Touristen.
Die Schmetterling sieht man viel im Sommer.
Klimawandel ist ein großes Problem.
Der Berg - Die Berge
Die Alpen sind ein schöner Gegend

Slide 7 - Slide

Afronden van het leerdoel
Wat weet je nu?

Slide 8 - Slide

vertaal Biene
A
bij
B
vlinder
C
zee

Slide 9 - Quiz

Klimawandel ist ein großes Problem
A
wandeling
B
klimaatverandering
C
verwarming

Slide 10 - Quiz

bij een kaartje schrijven
aanhef man is:
A
Lieber
B
Liebe

Slide 11 - Quiz

aanhef voor een vrouw is
A
Liebe
B
Lieber

Slide 12 - Quiz

Na de aanhef komt wel of geen komma?
A
geen
B
wel

Slide 13 - Quiz

De eerste zin begin je met een kleine letter
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Hausaufgaben 22 Sept
Keine

Slide 15 - Slide