Introductie K3-2

Nederlands
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands

Slide 1 - Slide

Start les
Zit je op je eigen plek?
Is je mobiel uit het zicht?
Zijn je oortjes uit?
Hangt je jas aan de kapstok?
Zijn je pet en capuchon af?
Je bent stil bij start les.

timer
1:30

Slide 2 - Slide

Planning

Introductie

Doel

Slide 3 - Slide

Wie ben ik?
Marieke Doddema
Voor jullie mevrouw Doddema
Ik ben 37 jaar oud
Ben getrouwd en heb drie kinderen
Ik woon in Finsterwolde
Omdat ik nog studeer heb ik niet veel tijd voor hobby's

Slide 4 - Slide

Regels
  • Telefoons zijn niet welkom in de les, mocht dit nodig zijn dan zet ik dat op Magister. Zie ik dat ding? Dan ben je hem tot het eind van mijn dag kwijt. Uiteraard zijn er uitzonderingen, zoals iets belangrijks, kom dan voor de les even bij mij.
  • Praat ik, dan zijn jullie stil, wil je toch wat zeggen? Even je vinger in de lucht. 
  • Spullen uiteraard mee, boek, pen, schrift en/of laptop
  • Eten, ik duld geen eten in de les, eten doe je in de pauze in de kantine.
  • Drinken, blikjes/pakjes niet, maar ik zal niets over waterflessen zeggen, met deze hitte uiteraard een uitzondering.
  • Huiswerk, elke week geef ik aan wat we gaan doen, af en toe zal ik controleren of jij je huiswerk gemaakt hebt.

Slide 5 - Slide

Wat willen jullie weten?

Slide 6 - Slide

Lezen

Slide 7 - Slide

Lezen H1
Bladzijde 13-14
Hoofdzaken & hoofdgedachte

Slide 8 - Slide

Even opfrissen:

Slide 9 - Slide

Tekstopbouw
  • Inleiding  --> kennismaken met onderwerp
  • Middenstuk --> veel informatie over het onderwerp
  • Slot --> belangrijkste wordt herhaald + toekomst/advies

Slide 10 - Slide

Lezen H1: hoofdzaken & hoofdgedachte
  • Wat in een tekst belangrijk is, noem je hoofdzaken.
  • Hoofdzaken lees je vaak in de inleiding en in het slot.
  • Belangrijkste informatie staat in eerste of laatste zin van de alinea
  • Tussenkopjes zijn titels boven een alinea
  • Anders gedrukte woorden helpen je om de hoofdzaken van een tekst te vinden.
  • Het belangrijkste van een tekst kun je in één zin samenvatten. Dit noem je de hoofdgedachte.

Slide 11 - Slide

Lezen H1: hoofdzaken & hoofdgedachte
Zo vind je de hoofdgedachte:
  • Bepaal het onderwerp van de tekst.
  • Geef in één zin antwoord op de vraag: Wat zegt de schrijver over het onderwerp? Noem in je zin in elk geval het onderwerp.

Slide 12 - Slide

Aan de slag

maken opdr. 1 en 2 blz. 12-13

Slide 13 - Slide

Theorie leestekens
Leestekengebruik is belangrijk! Het zorgt ervoor dat je tekst soepel leest.

Slide 14 - Slide

Leestekens
Leestekens die nodig zijn om de tekst goed te kunnen lezen;
  • Hoofdletter
  • Punt
  • Vraagteken
  • Uitroepteken
  • Komma
  • Dubbele punt
  • Aanhalingsteken

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Aanhalingstekens
Aanhalingstekens gebruik je als je letterlijk opschrijft wat iemand zegt. Dit noem je ook wel een citaat.

Het citaat staat tussen de aanhalingstekens. Kijk maar: 
Maartje zegt: 'Hoe laat is het?'

Slide 17 - Slide

Doelen deze les
Volgende les



Afsluiting

Zijn er nog vragen?
Controleer of je huiswerk hebt

Slide 18 - Slide