NK, Kapitel 1, les 4, week 38

Willkommen im Deutschunterricht
1 / 31
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Willkommen im Deutschunterricht

Slide 1 - Slide

Lernziel(e)
1. Je kunt het persoonlijk voornaamwoord gebruiken

2. Je kunt het werkwoord sein in de tegenwoordige tijd gebruiken.

Slide 2 - Slide

Programma:
Deel 1:
* Herhaling Grammatica : werkwoord sein
* Ga je zelfstandig aan het werk

Deel 2:
* quiz grammatica
* spreekvaardigheid ( deels zelfstandig)

Slide 3 - Slide

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Slide 4 - Slide

HUISWERK nakijken
1. Maak in je BOEK van Kapitel 1, D Grammatik
    Aufg. 10, 11, 12,
2. Maak online van Kapitel 1, E Sprechen
    Aufg. 13, 14, 18, 19, 21
3. Leer van Kapitel 1, de woorden uit de Lernliste, S.26 via slim stampen. 

Slide 5 - Slide

Aufgabe 9


a
Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Suske en Wiske, Fokke en Sukke, Sjors en Sjimmie, Knabbel en Babbel, Asterix en Obelix.
b
1
Moritz en Milan.
2 De jongens zijn broers van elkaar.
3 Finn is een jongen die bij Milan op school / in de klas zit.




Aufgabe 8
a
Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Suske en Wiske, Fokke en Sukke, Sjors en Sjimmie, Knabbel en Babbel, Asterix en Obelix.
b
1 Moritz en Milan.
2 De jongens zijn broers van elkaar.
3 Finn is een jongen die bij Milan op school / in de klas zit.




Slide 6 - Slide

Aufgabe 8


Slide 7 - Slide

Aufgabe 9


1 A
2 A
3 A
4 C
5 B

Slide 8 - Slide

Aufgabe 10

ich bin
du bist
er ist
sie ist
es ist


wir sind
ihr seid
sie sind
Sie sind


Slide 9 - Slide

Aufgabe 11


Ich und Du
Hey, schönes Mädchen, ich muss dir dringend etwas sagen
Ich glaub’, wir beide sind füreinander bestimmt
Wir haben keine Wahl, wir müssen's einfach wagen
Kommst du mit?
Kommst du mit mit mir?

Slide 10 - Slide

Aufgabe 11


Du wärst das Mädchen mit den sonnengelben Haaren
Und ich der Junge, der an deiner Seite geht
Die Leute würden sich umdreh'n und fragen, wer wir waren
Wer wohl der Junge ist, mit dem das schöne Mädchen geht

Slide 11 - Slide

Aufgabe 11


Wir fahren mit dem Fahrrad hinaus auf's Erdbeerfeld
Gleich hinter dem alten Bauernhof beginnt die große weite Welt
Wir liegen auf der Wiese, uns scheint die Sonne auf den Pelz
Schnell hol mir 'n Pistazieneis, bevor ich hier noch schmelz’.

Slide 12 - Slide

Aufgabe 12


1 Ich bin in Hamburg geboren.
2 Wir sind beide zwölf Jahre alt.
3 Seid ihr dreizehn oder vierzehn?
4 Was ist deine Telefonnummer?
5 Bist du wirklich schon elf Jahre alt?
6 Frau Becker, sind Sie in Deutschland?
7 Ilse wohnt in Stuttgart. Sie ist meine Freundin.
8 Mein Vater heißt Leo. Er ist in den Niederlanden.


Slide 13 - Slide

Grammatica van hoofdstuk 1:

Het werkwoord zijn:   
" sein"

Dit moet je uit je hoofd leren!!!

Slide 14 - Slide

An die Arbeit 
1. Maak online van Kapitel 1, E Sprechen
    Aufg. 13, 14, 18, 19, 21

2. Ben je klaar? Oefen dan met slim stampen
      onderdeel "Grammatik"



Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Schrijf dit over in je schrift!

Slide 18 - Slide

Das Lied "sein"

Slide 19 - Slide

Het werkwoord sein.  
timer
1:00
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
sein
sein

Slide 20 - Drag question

Du (sein)
timer
0:10
A
ist
B
sein
C
bin
D
bist

Slide 21 - Quiz

wir (sein)
timer
0:10
A
seien
B
sind
C
sein

Slide 22 - Quiz

sein: ihr
timer
0:10
A
sind
B
seid
C
sein
D
sindet

Slide 23 - Quiz

Vertaal: de telefoonnummers

Slide 24 - Open question

Vertaal: zeventien

Slide 25 - Open question

Vertaal: de jaren

Slide 26 - Open question

An die Arbeit 
1. Maak online van Kapitel 1, E Sprechen
    Aufg. 13, 14, 18, 19, 21

2. Ben je klaar? Maak de oefentoets
    van Kapitel 1


Slide 27 - Slide

Hausaufgaben
1. Maak in je BOEK van Kapitel 1, D Grammatik


    Aufg. 10, 11, 12, 
2. Maak online van Kapitel 1, E Sprechen
    Aufg. 13, 14, 18, 19, 21

3. Leer van Kapitel 1, de woorden uit de Lernliste, S.26 via slim stampen. 
4. Leer van Kapitel 1, Grammatik via slim stampen.

Slide 28 - Slide

Kijk nu terug naar de lesdoelen:
1. Je kunt het persoonlijk voornaamwoord gebruiken
2. Je kunt het werkwoord sein in de tegenwoordige tijd                 gebruiken.

Slide 29 - Slide

Hausaufgaben für nächste Woche, Kapitel 3

1.  Leren: werkwoorden haben / sein
                    zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd
                    leren Wörterliste A, S. 41

2. Maken van Kap. 3:  
     3.3 t/m 3.6, 4.3,  5.2, 6.4, 8.2 , 19.4

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide