week 2 les 2
Typ het woord wat je hoort
1 / 28
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Typ het woord wat je hoort
Slide 1 - Open question
Typ het woord wat je hoort
Slide 2 - Open question
Typ het woord wat je hoort
Slide 3 - Open question
Typ het woord wat je hoort
Slide 4 - Open question
Typ het woord wat je hoort
Slide 5 - Open question
Typ het woord wat je hoort
Slide 6 - Open question
Typ het woord wat je hoort
Slide 7 - Open question
Typ het woord wat je hoort
Slide 8 - Open question
Typ het woord wat je hoort
Slide 9 - Open question
jullie dachten
A
tt
B
vt
C
vd
Slide 10 - Quiz
jullie dachten
t.t. jullie.........
t.t. jullie.........
Slide 11 - Open question
jullie dachten
v.d. jullie.........
v.d. jullie.........
Slide 12 - Open question
Karel heeft geschreven
A
tt
B
vt
C
vd
Slide 13 - Quiz
Karel heeft geschreven
t.t. Karel.........
t.t. Karel.........
Slide 14 - Open question
Karel heeft geschreven
v.t. Karel.........
v.t. Karel.........
Slide 15 - Open question
de meisjes kijken
A
tt
B
vt
C
vd
Slide 16 - Quiz
de meisjes kijken
v.t. de meisjes........
v.t. de meisjes........
Slide 17 - Open question
de meisjes kijken
v.d. de meisjes........
v.d. de meisjes........
Slide 18 - Open question
ik hielp
A
tt
B
vt
C
vd
Slide 19 - Quiz
ik hielp
t.t. ik.......
t.t. ik.......
Slide 20 - Open question
ik hielp
v.d. ik.......
v.d. ik.......
Slide 21 - Open question
Je___ (worden, tt) helemaal gek van al die domme vragen.
Slide 22 - Open question
Ik hoop dat ik _______ (schitteren, tt) in de volgende wedstrijd.
Slide 23 - Open question
Marc _________ (presenteren, vt) vol trots zijn werkstuk over beleggingen.
Slide 24 - Open question
Slide 25 - Open question
____________(vervullen, vt) de opera jou ook met vreugde?
Slide 26 - Open question
(dragen)vd ik heb ________________________
Slide 27 - Open question
(geven)vd ik heb ____________________
