6.1 deel 2 rekenen met geluid

6.1 deel 2 rekenen met geluid
1 / 11
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

6.1 deel 2 rekenen met geluid

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet jij:
- Wat geluidssterkte is 
- Wat de formule s=v*t inhoudt
- Hoe je moet rekenen met deze formule 

Slide 2 - Slide

Geluidssnelheid 
Geluidssnelheid is de snelheid waarmee geluid van de geluidsbron naar de ontvanger gaat.

Dit lijkt altijd heel snel, maar is dat altijd zo?

Slide 3 - Slide

Geluidssnelheid 
De snelheid waarop geluid van de geluidsbron naar de ontvanger gaat. 

Dit lijkt altijd heel snel, maar is niet altijd het geval. Bij onweer bijvoorbeeld zie je eerst de flits en later hoor je de donder pas. 
De geluidssnelheid ligt aan de afstand en de tussenstof. 

Slide 4 - Slide

Rekenen met geluid 
Hoe snel geluid van de geluidsbron naar de ontvanger gaat kunnen wij berekenen. 
Dit doe je met de volgende formule: 
s= v*t 
s= Afstand 
v= Geluidssnelheid in m/s 
t -= Tijd 

Slide 5 - Slide

Rekenen met geluid
Wil je V weten:
Dan gebruik je de formule v= s:t

Wil je t weten:
Dan gebruik je de formule t= s:v

Gebruik hiervoor de driehoek. 

Slide 6 - Slide

Samen oefenen 
Pak je aantekeningenschrift erbij. 

in de verte zie je vuurwerk. Je ziet een lichtflits en 0,5 s later hoor je een knal. Bereken hoeveel meter je van het vuurwerk af staat. Het is 20 graden. 

Slide 7 - Slide

Nu Zelf 
Het bliksemt buiten. Sem ziet een lichtflits. Nadat Sem de flits ziet gaat hij tellen hoelang het duurt voor hij de donderknal hoort. 
Na 4 seconden hoort Sem de bliksemknal.  
Bereken op hoeveel meter afstand Sem is van het bliksem. 
Het is buiten 0 graden

Slide 8 - Slide

Antwoord
Gev: s=?
Geg: v= 0,332 km/s * 1000= 332 m/s 
t= 4 s
For: s= v*t
ing: s= 332 m/s * 4
Ant s= 1328 m 
Sem staat op 1328 m afstand

Slide 9 - Slide

Tip
In de les gaan we zulke sommen vaak oefenen. Schrijf altijd mee met de vraag, dan kan je de vraag thuis nog een keer oefenen. 

Vind je rekenen met formules moeilijk? Blijf oefenen, oefening baart kunst.

Slide 10 - Slide

Maakwerk
Maak nu opgave 8 t/m 17 

Slide 11 - Slide