Discussiëren les 2

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

Discussiëren les 2

Doel van de les:

Groep 6: Je oefent met hoe je moet discussiëren.

Groep 7: Je oefent met het geven van je mening tijdens een discussie.

Groep 8: Je oefent met het geven van argumenten (feiten) tijdens een discussie. 

 

Wat doe je tijdens een discussie?

1. Geef jij alleen je mening en ander niet
2. Geef je je mening en luister je naar de mening van anderen

Twee keer zes is twaalf.

1. feit
2. mening

Wat is belangrijk als je gaat discussiëren?

1. Goed nadenken over wat je gaat zeggen
2. Vertel waarom je iets vindt
3. Dat je het verschil weet tussen een feit en een mening
4. Luister naar elkaar / laat elkaar uitpraten

Discussiëren:

Van gedachten wisselen over een bepaald onderwerp.

Belangrijk :

1. Denk eerst goed na.

2. Geef een reden. Vertel waarom jij iets vindt.

    Vertel je een feit of een mening?

3. Luister naar elkaar, laat elkaar uitpraten.

4. Heb respect voor de mening van de ander.

Voorbeeldzinnen:

- Ik ben het er niet mee eens, want .........

- Je hebt misschien gelijk, maar ..............

-Zijn we het eens over ..............................?

-Sorry, ik begrijp niet wat je bedoelt         

Discussiëren over stellingen:

Lokaal in twee vakken: eens en oneens.

1. Lees de stelling op het bord
2. Denk na: eens of oneens? 
3. Loop naar een vak.
   
4. Bespreek je mening met een klasgenoot (2-tallen) 2 min
   

Stelling: "Snoepreclames moeten verboden worden"

1. Lees de stelling op het bord
   
2. Denk na: eens of oneens?
   
3. Loop naar een vak.
   
4. Bespreek je mening met een klasgenoot (2-tallen) 2 min

Stelling: "Scholen moeten pas om 10 uur beginnen"

1. Lees de stelling op het bord
   
2. Denk na: eens of oneens?
   
3. Loop naar een vak.
   
4. Bespreek je mening met een klasgenoot (2-tallen) 2 min

Stelling: "Op school moet vlog-les gegeven worden"

1. Lees de stelling op het bord
   
2. Denk na: eens of oneens?
   
3. Loop naar een vak.
   
4. Bespreek je mening met een klasgenoot (2-tallen) 2 min

Stelling: "Bij rampen zijn dieren even belangrijk om te redden als mensen"

1. Lees de stelling op het bord
   
2. Denk na: eens of oneens?
   
3. Loop naar een vak.
   
4. Bespreek je mening met een klasgenoot (2-tallen) 2 min

Wat heb jij geleerd ?

Hoe vond je deze les?

😒🙁😐🙂😃