This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Welkom klas 4
Ben jij klaar voor de les?
Je hebt deze les nodig:
- jouw laptop + aantekeningenschrift.
Je hebt niet nodig:
- jouw jas, telefoon, kauwgom/snoep.
Slide 1 - Slide
Doel van deze herhaling...
Je weet/kunt:
Lever en nieren met urineleiders, urineblaas en urinebuis noemen, in afbeeldingen aanwijzen en de functie ervan noemen,
De bouw en werking van de nier beschrijven en beschrijven dat omzetting van afvalstoffen en niet-bruikbare stoffen in de lever plaatsvindt en dat deze daarna uitgescheiden worden:
– wisselende gehaltes aan water en afvalstoffen (zoals ureum) in urine
– nierschors, niermerg, nierbekken
Slide 2 - Slide
Uitwendig milieu
De omgeving om je heen is het uitwendige milieu.
Bijvoorbeeld:
de lucht in je longen
de inhoud van je darmen
reservestoffen in je lichaam
Slide 3 - Slide
Inwendig milieu
Het inwendige milieu bestaat uit het weefselvloeistof en het bloedplasma
Het inwendige milieu moet constant van samenstelling blijven.
Dit wordt constant gehouden door opname, opslag en uitscheiding van stoffen uit het uitwendige milieu
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Opname
Darmen: het opnemen van voedingsstoffen
Longen: het opnemen van zuurstof
Slide 6 - Slide
Opslag
Lever: opslag van glucose, mineralen en vitamines
Spieren: opslag van glucose
De huid: opslag van vet in het onderhuids bindweefsel
Beenmerg: opslag van vet in het gele beenmerg
Slide 7 - Slide
Uitscheiding
Nieren: uitscheiding van urine met water, ureum en zouten
Lever: uitscheiding van gal met kleurstoffen
Longen: uitscheiding van koolstofdioxide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Welk orgaan heeft zowel bij de opslag als de uitscheiding een belangrijke functie?
Slide 10 - Open question
In het onderhuids bindweefsel kan vet worden opgeslagen. Op welke andere plek in je lichaam kan dit nog meer?
A
Lever
B
Darmen
C
Nieren
D
Geel beenmerg
Slide 11 - Quiz
De lever - bloedtoevoer
De lever krijgt zuurstofrijk bloed toegevoerd via de leverslagader. Ook komt er bloed de lever binnen via de poortader, hierin zitten voedingsstoffen en evt. medicijnen opgelost die vanuit de darmen komen.
Bloed wordt weggevoerd via de leverader, die aansluit op de holle ader.
Slide 12 - Slide
De lever - functies
- Opslag: in de lever wordt glucose tijdelijk opgeslagen als glycogeen. Als de bloedsuikerwaarde te laag wordt, komt dit weer vrij als glucose.
- De lever kan voedingsstoffen omzetten in andere werkzame stoffen binnen het lichaam, bijvoorbeeld eiwitten ombouwen.
- De lever maakt gal, wat via de galbuis in de galblaas komt. Dit wordt hier tijdelijk opgeslagen. Dit heeft een taak bij het opbreken van vetten in je voeding.
- De lever breekt afvalstoffen af, zoals dode rode bloedcellen.
Hierbij komen kleurstoffen vrij die bij de gal gevoegd worden.
- De lever breekt overige eiwitten af en voert deze af als ureum via het bloed
- De lever haalt gifstoffen uit het bloed en breekt deze af. De afvalstoffen worden aan het bloed meegegeven.
Slide 13 - Slide
Nieren - ligging en bloedtoevoer
De nieren liggen achterin de buikholte, verstopt achter de lever en darmen.
De nieren krijgen hun bloedtoevoer door de nierslagader, die eigenlijk direct aftakt van de aorta.
De afvoer van bloed gaat via de nierader, die direct uitkomt in de onderste holle ader.
De functie van de nieren is het zuiveren van het bloed en uitscheiden van deze afvalstoffen door de urine.
Slide 14 - Slide
Bouw en werking
In de nierschors en het niermerg wordt het bloed verdeeld naar zeer kleine haarvaatjes. In deze haarvaatjes zitten een soort zeefjes: deze zorgen ervoor dat bloedcellen niet kunnen passeren, maar overtollig water, ureum, afvalstoffen, zouten en onschadelijk gemaakte medicijnen wel.
Deze stoffen verzamelen zich dan in het nierbekken en gaan via de urineleider richting de blaas.
Het gezuiverde bloed keert terug in de bloedsomloop via de nierader.