De helden van de grootste bankroof


In welke omstandigheden zou het beroven van een bank een heldendaad zijn?
1 / 39
next
Slide 1: Open question
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 39 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson


In welke omstandigheden zou het beroven van een bank een heldendaad zijn?

Slide 1 - Open question

Slide 2 - Video

het verzet: de verzetsbeweging die tegen de Duitse bezetting vocht.

Slide 3 - Slide

lesdoel sessie 1
We gaan een krantenartikel lezen.

Ik weet waar de tekst over gaat door de WWWWWH vragen over de tekst te beantwoorden.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Waarom heeft deze tekst deze titel?
Wat is het verzet?
Wat is een knokploeg?

Slide 7 - Slide

Voor we gaan werken eerst dit...
Er staan een aantal woorden in de tekst die rood zijn onderstreept.

Deze woorden ga ik eerst uitleggen.

Slide 8 - Slide

de euforie: Gevoel van grote vreugde

Slide 9 - Slide

het filiaal: het bijkantoor

Slide 10 - Slide

het verduisteringsgordijn: Gordijnen die al het licht tegenhouden

Slide 11 - Slide

De knokploeg : Groep verzetsstrijders tijdens de Tweede Wereldoorlog

Slide 12 - Slide

De marconist  : iemand die berichten verzend en ontvangt met behulp van morsesignalen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

De koerier(ster)   : Persoon die berichten of pakketten overbrengt.

Slide 15 - Slide

rebels   : Opstandig, iemand die tegen het gezag ingaat.

Slide 16 - Slide

wars zijn van    : Afkerig zijn van iets

Slide 17 - Slide

In de schoot werpen     : Zonder enige moeite krijgen

Slide 18 - Slide

in omloop komen    : worden gebruikt

Slide 19 - Slide

inflatiecorrectie    : Het leven wordt elk jaar duurder, dat noemen we inflatie.
waarde toen
46,2 miljoen
gulden
inflatie + correctie
waarde nu
1 ,2  miljard
euro

Slide 20 - Slide

breken    : Op een gewelddadige manier kapotgaan, waardoor je bekent.

Slide 21 - Slide

aan het werk
Lees de vraag.

Zoek dan het antwoord op in de tekst.

Je moet soms de hele tekst weer goed doorlezen.

Slide 22 - Slide

weet je nog
  • Wie hebben de bankroof gepleegd?
  •  Waarom hebben ze de bankroof gepleegd?
  • Van wie hebben ze het geld geroofd?
  • Waar vond de bankroof plaats?
  • Hoe hebben ze de bankroof gepleegd?

Slide 23 - Slide

lesdoel sessie 2

Ik weet wat de helden met het geld hebben gedaan en wat zeker niet mocht gebeuren met het geld.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

aan het werk
Beantwoord de 6 vragen.
Maak mooie zinnen.

De antwoorden staan niet letterlijk in de tekst. Dus denk goed na.
Je mag met elkaar overleggen?

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

lesdoel sessie 3
Ik weet waarom dit artikel is geschreven en ik kan mijn mening geven en uitleggen waarom ik de bankrovers wel of geen held vind.

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

aan het werk
Ik verwacht echt mooi zinnen op alle vragen en ik verwacht uitgebreide antwoorden.

timer
30:00

Slide 39 - Slide