Woordenschat Hoofdstuk 4 3TL

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Het werkwoord 'passen' heeft meerdere betekenissen. Schrijf ze op.

Wat is een homoniem?

Bevestigen dat je de verdachte hebt gezien

1. zeggen dat het klopt
2. vastmaken

Ik wil het huurcontract opzeggen, omdat ik de huur niet meer kan betalen

1. einde maken aan een afspraak
2. iets uit je hoofd opzeggen

De kas van de onze tuinvereniging is verdwenen.

1. gebouw van glas waar groent en fruit wordt gekweekt
2. plaats waar geld bewaard wordt

Hoe noem je het oordeel van de rechtbank?

Ruim twintig deelnemers deden mee aan de minitriatlon

1. met voldoende inhoud
2. meer dan

De raad heeft besloten om de weg door het natuurgebied niet aan te leggen

1. advies geven
2. groep mensen die de leiding geeft

Jelle heeft een gemene streek uitgehaald; zijn broertje is erg geschrokken.

1. gebied
2. daad waarover je boos bent

Wat betekent
verslingerd zijn aan?

Wat betekent
alledaags?

Wat betekent
expositie?

Wat betekent
oorsprong?