7.
a. Nee. De frequentie bepaalt de hoogte van de toon en er staat dat die niet verandert.
b. Ja, want de toon wordt steeds harder. Hoe harder het geluid, hoe groter de amplitude.
8.
a. Spoor a
b. Spoor c
c. Spoor a. Als je een stemvork aanslaat, wordt het geluid steeds zachter: de amplitude neemt af. Spoor a heeft de grootste amplitude en is dus het eerst ontstaan.