BS 3: Samenleven

Thema 6:
Ecologie & Duurzaamheid 

Basisstof 1: Organismen en hun omgeving 
Basisstof 2: Voedselrelaties en kringlopen
Basisstof 3: Samenleven DEEL 1
Basisstof 4: Natuurbeheer 
Basisstof 5: Mens en milieu 
Basisstof 6: Duurzaamheid
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 6:
Ecologie & Duurzaamheid 

Basisstof 1: Organismen en hun omgeving 
Basisstof 2: Voedselrelaties en kringlopen
Basisstof 3: Samenleven DEEL 1
Basisstof 4: Natuurbeheer 
Basisstof 5: Mens en milieu 
Basisstof 6: Duurzaamheid

Slide 1 - Slide

Lesplan
  • Herhaling basisstof 2: Kringlopen
  • Uitleg basisstof 3: Samenleven 
  • Aan de slag 
  • Afsluiting 

Slide 2 - Slide

In een zoetwaterhabitat vormen waterplanten de basis van het voedselweb, waar ze zonlicht omzetten in energie via fotosynthese. Deze waterplanten worden gegeten door herbivore watervlooien die in het water leven. De watersalamanders voeden zich op hun beurt met deze watervlooien, terwijl de forel zich voedt met zowel de watersalamanders als de watervlooien. De rivierbeekforel staat hoger in de voedselketen en jaagt op de forel, waardoor dit organisme bovenaan de voedselketen staat.
Lees de tekst in STILTE. 
Maak een voedselweb van de genoemde organismen uit de tekst.
timer
0:30

Slide 3 - Slide

In een zoetwaterhabitat vormen waterplanten de basis van het voedselweb, waar ze zonlicht omzetten in energie via fotosynthese. Deze waterplanten worden gegeten door herbivore watervlooien die in het water leven. De watersalamanders voeden zich op hun beurt met deze watervlooien, terwijl de forel zich voedt met zowel de watersalamanders als de watervlooien. De rivierbeekforel staat hoger in de voedselketen en jaagt op de forel, waardoor dit organisme bovenaan de voedselketen staat.
Maak een voedselweb van de genoemde organismen uit de tekst.
Waterplant 
Watervlooi
Watersalamander
Forel
Rivierbeekforel

Slide 4 - Slide


Vul in het schema van het voedselweb de volgende organismen op de juiste plaats in (zie afbeelding). 
muggenlarve
snoek
kikkervisje
waterkever
baars
algen

Slide 5 - Drag question

Wel en niet afbreekbaar
Reducenten eten alleen stoffen die biologisch afbreekbaar zijn.
Afbreekbaar
Niet- afbreekbaar
Hoe lang duurt het denk je totdat kauwgom is afgebroken?

Slide 6 - Slide

Plasticsoep
  • Plasticsoep = op de oceaan drijvende eilanden van kunststof (plastic).
  • Door zonlicht en golven verbrokkelt kunststof tot kleinere stukjes (Microplastic) 
  • Dieren krijgen microplastic binnen waardoor processen in het lichaam worden verstoord. 

Slide 7 - Slide

Stikstofkringloop

Slide 8 - Slide

Leerdoelen BS3: Samenleven
  •  Je kunt uitleggen wat een biologisch evenwicht is
  • Je kunt uitleggen hoe soorten afhankelijk zijn van elkaar voor voedsel, een schuilplaats en voortplanting

Slide 9 - Slide

Wat is er in het yellowstone park veranderd NA de introductie van de wolven?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Video

Weet je nog een voorbeeld?

Slide 12 - Slide

Biologisch evenwicht

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Aan de slag
  • Wat? Maak opdracht 1 t/m 3 EN 5 van basisstof 3
  • Hoe? Zelfstandig
  • Hulp? Na 5 minuten 
  • Tijd? 10 minuten 
  • Klaar? Ga verder met opdracht 6 en 7 van basisstof 3
Huiswerk voor morgen = BS 2: opdracht 7 en 8 en opdracht 1 t/m 3 en 5 van BS3.
timer
5:00

Slide 15 - Slide

Leerdoelen BS3: Samenleven
  •  Je kunt uitleggen wat een biologisch evenwicht is
  • Je kunt uitleggen hoe soorten afhankelijk zijn van elkaar voor voedsel, een schuilplaats en voortplanting
  • Je kunt de verschillende vormen van symbiose toelichten 

Slide 16 - Slide

Thema 6:
Ecologie & Duurzaamheid 

Basisstof 1: Organismen en hun omgeving 
Basisstof 2: Voedselrelaties en kringlopen
Basisstof 3: Samenleven DEEL 2
Basisstof 4: Natuurbeheer 
Basisstof 5: Mens en milieu 
Basisstof 6: Duurzaamheid

Slide 17 - Slide

Lesplan
  • Opdrachten BS 2 en 3 bespreken 
  • Uitleg basisstof 3: Samenleven 
  • Aan de slag
  • Afsluiting  

Slide 18 - Slide

Opdracht 7 van basisstof 2
  • In afbeelding 10 zie je een schema met enkele processen van de koolstofkringloop.
  • Welke pijl stelt de fotosynthese voor?
  • Pijl P
  • Welke pijl geeft de omzetting aan die door reducenten wordt uitgevoerd? Leg je antwoord uit.
  • Pijl T. De koolstof uit de koolhydraten van dode resten van planten en dieren wordt door bacteriën en schimmels (reducenten) omgezet in koolstofdioxide.

Slide 19 - Slide

Opdracht 8 van basisstof 2
In plastic zit koolstof. Leg uit dat plastic toch geen deel uitmaakt van de koolstofkringloop.
  • Plastic is niet biologisch afbreekbaar. De koolstof komt daardoor niet terug in een kringloop, maar blijft in het plastic zitten.
Plastic wordt gegeten door zeedieren en vogels. Leg uit dat plastic toch geen voedsel is.
  • Plastic is niet biologisch afbreekbaar. Het bevat wel energierijke stoffen, maar die kunnen door organismen niet worden verteerd (of afgebroken). Bovendien is plastic schadelijk (giftig) in het lichaam.


Slide 20 - Slide

Afbeelding 6 geeft de belangrijkste voedselrelaties op een savanne in Afrika weer.
a. Tussen de neushoorn en de giraffe is sprake van concurrentie of samenwerking
  • Concurrentie
b. Leeuwen jagen meestal in een groep. Mannetjes die verstoten zijn en niet meer bij de groep horen, worden ‘solitaire leeuwen’ genoemd. Die mannetjes leven een zwervend bestaan.
  • Tussen de leeuwen in dezelfde groep is sprake van concurrentie / samenwerking.
  • Tussen solitaire leeuwen en de groep waaruit ze zijn verstoten, is sprake van concurrentie / samenwerking. 



Opdracht 5, BS3

Slide 21 - Slide

Solitaire leeuwen leven meestal korter dan leeuwen in een groep.
c.Geef hiervoor een verklaring.
  • Ze vangen minder voedsel doordat ze niet samenwerken. Bovendien worden ze niet meer beschermd door een groep. In hun eentje zijn ze kwetsbaarder dan in een groep, bijvoorbeeld voor jagers.
d. Als het aantal neushoorns toeneemt, ontstaan er veranderingen in de vegetatie (plantengroei) en in de populatiegrootte van andere dieren op de savanne.
Als het aantal neushoorns toeneemt, neemt de hoeveelheid gras af / toe. Daardoor neemt het aantal muizen af / toe  en het aantal sprinkhanen af / toe. Het aantal giraffen neemt af / toe en het aantal gieren neemt af / toe. 
  • af, af, af, af en toe
Opdracht 5 , bs 3

Slide 22 - Slide

Leerdoelen BS3: Samenleven

  • Je kunt uitleggen hoe soorten afhankelijk zijn van elkaar voor voedsel, een schuilplaats en voortplanting
  • Je kunt de verschillende vormen van symbiose toelichten 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Aan de slag
  • Wat? Maak opdracht 7 t/m 9 van basisstof 3
  • Hoe? 5 min zelfstandig, daarna in max. 2tallen
  • Hulp? Na 5 minuten steek je vinger op of je buur
  • Tijd? 10 minuten 
  • Klaar? Schrijf de begrippen + betekenis van basisstof 4 in je begrippenschrift
Huiswerk = Opdracht 7 t/m 9 van BS3
timer
5:00

Slide 27 - Slide

Afsluiting
  • Leg uit wat mutualisme is.
  • Geef een voorbeeld van parasitisme.
  • Een territorium is een beschermgebied en ......... (vul aan)
  • Wat is het verschil tussen parasitisme en commensalisme?
  • Welk begrip staat hier niet tussen en hoort bij basisstof 3?

Slide 28 - Slide