H3 Lezen: tekstverbanden en signaalwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Nederlands

15 maart

B2E

Haa

Wat is de planning

10 minuten lezen

Herhalen H3 Lezen

Oefenen

Presenteren tijdschriften.

Lesdoel: Ik kan opsommingen en tegenstellingen herkennen aan de hand van signaalwoorden.

Lezen: tekstverbanden en signaalwoorden

Signaalwoorden: Woorden die aangeven hoe woorden, zinnen en alinea's met elkaar samenhangen in een tekst.

Tekstverband: de samenhang van de woorden, zinnen en alinea's

De tekstverbanden

1. Opsommend tekstverband: hier wordt een opsomming gegeven tussen woorden, zinnen of alinea's.

Signaalwoorden van een opsommend tekstverband: Ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook, verder, ten slotte. 

Je kan een opsomming ook herkennen aan een dubbel punt (:), getallen (1, 2, 3), streepjes of sterretjes (*)

De tekstverbanden

Tegenstellend verband: geeft aan dat zaken worden genoemd die elkaars tegenovergestelde zijn

Signaalwoorden bij een tegenstellend verband: tegenover, maar, hoewel, echter, toch, daarentegen, aan de ene kant ... aan de andere kant.

Bijvoorbeeld:  Aan de ene kant wil ik goede cijfers halen. Aan de andere kant wil ik niet te veel leren.

apps.noordhoff.nl

Even oefenen

Het signaalwoord 'maar' hoort bij een

1. Tegenstellend tekstverband
2. Opsommend tekstverband

Wat is het signaalwoord?
Spreek verder af hoelang je met het geld moet doen

1. Spreek
2. verder
3. hoelang
4. doen

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord daarentegen

1. Tegenstellend tekstverband
2. Opsommend tekstverband

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'ook'

1. Tegenstellend tekstverband
2. Opsommend tekstverband

Wat is het signaalwoord in de zin:
Ten eerste ben ik het er niet mee eens.

1. Ten
2. eerste
3. Ten eerste

Ik kan opsommeningen en tegenstellingen herkennen aan de hand van signaalwoorden.

110

H3 Lezen - tekstverbanden en signaalwoorden:

Startopdracht + 1 t/m 5 + 8