Een feit kun je controleren.
Voorbeeld: Deze school heeft 1802 leerlingen.
Een mening is wat iemand vindt. Je kunt het ermee eens of oneens zijn.
Voorbeeld: Ik vind dit een leuke school.
Een argument is een onderbouwing van een mening.
Voorbeeld: Ik vind dit een leuke school, want er worden veel leuke activiteiten georganiseerd.