ALA5 Bevalling

 Bevalling begeleiding
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 33 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

 Bevalling begeleiding

Slide 1 - Slide

Doelen
  • De student kan de verschillende fases van de bevalling benoemen
  • De student kan de verpleegkundige aandachtspunten benoemen rondom de bevalling
  • De student kan complicaties bij een bevalling benoemen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Start van de bevalling
  1. Overgangsfase;
  • slijmprop verliezen
  • harde buiken
   2. latente fase;
  • onregelmatige samentrekkingen baarmoeder
  • Baarmoedermond verstrijkt
  • ontsluiting 0-3 cm
  • vliezen breken

Slide 4 - Slide

Begeleiding tijdens ontsluitingsfase
  • regelmatig controle hoeveel ontsluiting er is
  • CTG (weeënactiviteit/hartslag baby)
  • ondersteuning opvangen weeën; ademhalingstechnieken
  • evt. pijnbestrijding
  • vitale functies/EWS
  • bloedverlies/vruchtwater (kleur)
  • begeleiding naasten 
  • bad/bal
  • wees rustig, blijf in de buurt

Slide 5 - Slide

Waar kan een bevalling plaatsvinden ?
  • Thuis
  • Ziekenhuis> poliklinisch/klinisch
  • zorghotel

Slide 6 - Slide

ziekenhuis
Verloskamer;
  • Verlosbed
  • CTG-apparaat
  • instrumenten
  • Onderzoeks- en reanimatietafel
  • verzorgingsmaterialen baby
  • evt. bad / bal etc

Slide 7 - Slide

operatiekamer
  • Epiduraal
  • algehele anesthesie
  • Reanimatietafel 
  • Gentle sectio

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Als de bevalling niet zelf op gang komt......
Indicaties om een bevalling in te leiden;
  • serotiniteit
  • langdurig gebroken vliezen
  • baby groeit niet goed
  • placenta werkt niet meer goed
  • zwangerschapsvergiftiging

Slide 10 - Slide

anamnese inleiding
  • verloop  zwangerschap/evt. eerdere bevalling(en)
  •  vitale functies/CTG
  • inwendig onderzoek door verloskundige/Gyneacoloog
  • Is de baby ingedaald ja/nee?
  • stand baarmoedermond
  • is de baarmoedermond al verstreken ?
  • is er al ontsluiting ?

Slide 11 - Slide

Stimuleren rijping baarmoedermond
  • ballon in baarmoedermond; na 24 uur weer naar huis, niet erg als de ballon er uit valt !
  • Prostaglandine inbrengen; vrouw moet minimaal een uur blijven liggen
  • vliezen strippen; niet prettig !

Geef instructies wanneer de vrouw het ziekenhuis moet bellen, denk aan koorts, breken van de vliezen, bloedverlies !

Slide 12 - Slide

opwekken de weeën
  • Infuus met oxytocine; wordt 1-2 uur na na geboorte gestopt
  • vliezen breken; baby wordt meestal binnen 24 uur geboren

-Controleer regelmatig CTG en vitale functies
-Let op bijwerkingen infuus oxytocine; hoofdpijn, tachycardie, bardycardie,     misselijkheid/braken
- let op tekenen van uterusruptuur (verhoogde kans bij eerdere keizersnede);
 afnemen van weeën, aanhoudende pijn onderbuik, onrust, angst

Slide 13 - Slide

Pijnstilling
  • Pethidine injectie; slaperigheid, duizeligheid, baby suf/ ah problemen
  • Pomp met een opioïde; slaperigheid, misselijkheid, jeuk, verminderde ah
  • Epiduraal; minder gevoel/kracht benen, urineretentie, bloeddrukdaling, koorts, rillen, hoofdpijn, bevalling;moeizamer, baby; geen effect
  • lachgas; misselijkheid, slaperigheid, duizeligheid
 
Plan maken voor de bevalling, en als erom gevraagd wordt tijdens bevalling

Ontspanningstechnieken, massage, Tens-apparaat
Pijnscore !

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

De uitdrijving
  • ontsluitingsweeën
  •  Persweeën
  • volledige ontsluiting

Slide 16 - Slide

Persen
  • Instrueer en motiveer
  • zorg voor een schone ondergrond
  • begeleiden bij vinden van juiste houding 
  • ondersteun bij het zuchten
  • geef uitleg als er een complicatie optreed

Slide 17 - Slide

Niet vorderen van de bevalling
  • verkeerde perstechniek; begeleiding, kunstverlossing
  • uitputting; begeleiding, kunstverlossing
  • te sterk effect pijnstilling; stopzetten
  • hoofd te groot; keizersnede
  • schouderdystocie; extra druk geven op de buik, bekken verhogen , andere pershouding, schouder inwendig begeleiden
Hulpmiddelen Episiotomie of forceps !

Slide 18 - Slide

Nageboortetijdperk
  • baby op de borst
  • afdrogen
  • Na geboorte navelstreng doorknippen
  • APGAR-score

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Placenta
  • Moet ook "geboren" worden  
  • komt in enkele gevallen niet vanzelf
  • vang de placenta op> wordt nagekeken

Slide 22 - Slide

na de geboorte
Leg uit waarom de baby;

  • blauw ziet
  • afwijkende vorm hoofd heeft
  • veel huidsmeer heeft

Slide 23 - Slide

Aandachtspunten direct na de bevalling
  • normaal bloedverlies 500-800 ml
  • > 1 Liter hemorragie of fluxus
  • Fundus (bovenkant baarmoeder) controleren
  • Blijft deze hoog staan, volle blaas ? > zn catheter
  • contracties stimuleren door massage of,
  • door baby aan de borst te laten drinken

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Keizersnede complicaties
  • nabloeding
  • bloedarmoede
  • trombose/longembolie
  • blaasproblemen (beschadiging/ontsteking)
  • darmproblemen (niet op gang komen)
  • wondinfectie
  • problemen tijdens volgende zwangerschap( litteken, uterusruptuur)

Slide 26 - Slide

aandachtspunten keizersnede
  • rust
  • zoveel mogelijk huidcontact
  • beeldmateriaal
  • opvang baby na keizersnede
  • vitale functies moeder en kind 
  • post-operatieve zorg

Slide 27 - Slide

Inscheuren of inknippen
  • spontaan > inscheuren
  • actief> inknippen, met of zonder verdoving 
  • daarna hechten op verloskamer/thuis/ ok
  • douchen gewoon mogelijk
  • houdt hechtingen in de gaten

Slide 28 - Slide

Stuitligging
  • 3-4 % van de baby's
  • 3 vormen; volkomen,onvolkomen,half-onvolkomen
  • uitwendige versie > kans op succes 40-50 %
  • vaginale bevalling bij stuitligging; dwarsbed, geef zn druk bij het schaambeen, bereid de vrouw voor op ingrepen, bereid voor op evt. opname baby

Slide 29 - Slide

Meerlingbevalling
  • gemelli 
  • erfelijkheid en leeftijd moeder
  • eeneiige tweeling
  • twee-eiige tweeling
  • drieling 
  • verhoogde kans op complicaties voor moeder en kind
  • prematuriteit
  • monochoriale tweeling;delen buitenste vlies en placenta (ene babykrijgt meer dan de ander)
  • monoamniotische tweeling; navelstrengen kunnen verstrikt raken
  • twin-to-twin transfusie syndroom; bloed stroomt van de ene baby naar de andere (ene baby raakt overvuld, andere krijgt bloedarmoede en wordt verdrukt

Slide 30 - Slide

complicaties bevalling
  • Meconiumhoudend vruchtwater
  • Asfyxie
  • koorts moeder tijdens bevalling
  • Reanimatie
  • geboortetrauma; cefaal hematoom, caput succedaneum
  • fractuur baby; schouderdystocie 
  • zenuwbeschadiging > Erbse parese

Slide 31 - Slide

Reanimatie van een baby
Twee protocollen;
  1. de natte pasgeborene
  2. baby en kind 

Slide 32 - Slide

Vragen ??
Volgende week;
begeleiding kraam, post-partum complicaties en borstvoeding

Voorbereiden :Theorie Module 19 Verpleegkundige zorg Kraam, Kind en Jeugd Hoofdstuk 2 Verplegen van Barenden doorlezen.
Opdrachten Module 19 Verpleegkundige zorg Kraam, Kind en Jeugd thema A Begeleiden rondom de voeding opdracht 1 t/m 3.

Slide 33 - Slide