Voltooid deelwoord in het Duits les 1

Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden
1 / 33
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Noem enkele voorbeelden van een voltooid deelwoord in het Duits?

Slide 3 - Mind map

Basisregel voor het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden
Het voltooid deelwoord wordt gevormd door: 

GE + STAM + T

Bijvoorbeeld:
hören - Wir haben es gestern schon gehört. 
spielen - Mein Hund hat mit meiner Katze gespielt. 

Slide 4 - Slide

Uitzondering 
Het voltooid deelwoord van werkwoorden waarbij de stam op een -t of een -d eindigt, wordt gevormd door:

GE + STAM + ET

Bijvoorbeeld:
arbeiten - Wir haben gestern den gazen Tag gearbeitet.

Slide 5 - Slide

Uitzondering 
Het voltooid deelwoord van werkwoorden op -ieren wordt gevormd door: 

STAM + T

Bijvoorbeeld:
fotografieren - Was hast du fotografiert?

Slide 6 - Slide

Uitzondering 
Het voltooid deelwoord van werkwoorden met be- of ver- wordt gevormd door:

STAM + T

Bijvoorbeeld:
besuchen - Wir haben den Zoo besucht.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden  

Slide 9 - Slide

Wat is eigenlijk een sterk werkwoord?

Slide 10 - Mind map

Basisregel voor het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden moet je simpelweg leren. 

Bijvoorbeeld:
beschrijven - beschreven / beschreiben - beschrieben
zwemmen - gezwommen / schwimmen - geschwommen

Slide 11 - Slide

We gaan oefenen!
Vul het juiste voltooid deelwoord in. 

Slide 12 - Slide

Voltooid deelwoord?
Wo habt ihr letztes Jahr____(wohnen)

Slide 13 - Open question

Voltooid deelwoord?
Wo hast du Tennis ____(spielen)?

Slide 14 - Open question

Voltooid deelwoord?
Früher habe ich viel____(tanzen = dansen)

Slide 15 - Open question

Voltooid deelwoord?
Die Mannschaft hat gestern viel______(trainieren)

Slide 16 - Open question

Voltooid deelwoord?
Ihr habt das Nintendo Spiel ______(kaufen).

Slide 17 - Open question

Voltooid deelwoord?
Ich habe ein großes Haus ___________. (mieten)

Slide 18 - Open question

Voltooid deelwoord?
Ich habe mit ihm____(chatten)

Slide 19 - Open question

Voltooid deelwoord?
Ich habe in den Ferien viel ____ (arbeiten)

Slide 20 - Open question

Voltooid deelwoord?
Du hast zwei Jahre Deutsch_____(studieren)?

Slide 21 - Open question

Voltooid deelwoord?
Wer hat das Essen eigentlich_____?(bezahlen)

Slide 22 - Open question

Voltooid deelwoord?
Wie lange hast du ______(warten)?

Slide 23 - Open question

Voltooid deelwoord?
Die Schüler haben bei Albert Heijn zu wenig______(verdienen)

Slide 24 - Open question

Voltooid deelwoord?
Ich habe die Falsche Kleidung______(bestellen)

Slide 25 - Open question

Voltooid deelwoord?
Ich habe gestern einen Kuchen ______(machen)

Slide 26 - Open question

We gaan oefenen!
Maak een voltooide zin.
Bijvoorbeeld: 
Ich wohne in Goes = Ich habe in Goes gewohnt. 

Slide 27 - Slide

Meine Schwester wohnt in Zierikzee.

Slide 28 - Open question

Meine Oma tanzt gerne.

Slide 29 - Open question

Mein Bruder arbeitet als Lehrer.

Slide 30 - Open question

Ich bestelle das Essen.

Slide 31 - Open question

Wat vind je aan dit onderdeel nog lastig?

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide