This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Items in this lesson
Halloween
Slide 1 - Slide
Wanneer is Halloween?
A
21 oktober
B
25 oktober
C
31 oktober
D
1 november
Slide 2 - Quiz
0
Slide 3 - Video
Welke bevolkingsgroep begon met Halloween?
A
Romeinen
B
Grieken
C
Kelten
D
Perzen
Slide 4 - Quiz
Waar komt Halloween oorspronkelijk
vandaan?
A
Ierland
B
Schotland
C
Engeland
D
Verenigde Staten
Slide 5 - Quiz
Hoelang duurt Halloween in China?
A
1 dag
B
1 maand
C
3 dagen
D
4 maanden
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Video
De pompoen
Staat symbool voor Halloween
De zwaarste pompoen ooit woog 911,27 kilo
Duizenden verschillende soorten pompoenen
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Waar groeit een pompoen?
A
Aan een boom
B
Onder de grond
C
Boven de grond
D
In het water
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Video
Waarvoor gebruikt men pompoenen op halloween?
A
Als lantaarn
B
Als eten
C
Als stoel
D
Als masker
Slide 12 - Quiz
Wat is geen traditie bij Halloween?
A
Trick or treat!
B
Een boom versieren
C
Verkleed gaan
D
Een pompoen uithollen
Slide 13 - Quiz
Wat betekent 'Trick or treat'?
A
'Geef me iets lekkers, anders ga ik plagen!'
B
'Geef me iets lekkers, anders ben je stom!'
C
'Geeft me iets lekkers , anders ga ik weer weg!'
D
'Geef me iets lekkers voor Halloween!'
Slide 14 - Quiz
Invulopdracht
Slide 15 - Slide
Waarom houden we van griezelen?
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Waarom zijn maskers eng?
A
Omdat ze er eng uitzien
B
Omdat je niet kan zien wie erachter zit
C
Omdat je niet kan zien wat iemand denkt/voelt
D
Omdat je het niet verwacht
Slide 19 - Quiz
Als iemand bang is, zijn er drie automatische reacties mogelijk: vechten, vluchten of bevriezen. Hoe denk jij dat jij zult reageren in een angstige situatie?
A
Vechten
B
Vluchten
C
Bevriezen
Slide 20 - Quiz
Iets is griezelig als het onvoorspelbaar is. Wat maakt iets onvoorspelbaar?
Slide 21 - Mind map
Hoe weet je in enge films dat er een schrikmoment aankomt?
A
Langzaam bewegende mensen
B
Inzoomen van de camera
C
Donkerder beeld
D
Enge muziek
Slide 22 - Quiz
Waarom gaan de haren van dieren recht overeind staan als ze bang zijn?
A
Dan lijken ze groter
B
Dan kunnen ze voelen of er iets aankomt
C
Dan kunnen ze harder rennen
D
Zodat ze minder zweten
Slide 23 - Quiz
Wat is er anders in de originele sprookjes?
A
De hoofdpersoon leeft lang en gelukkig
B
De hoofdpersoon gaat vaak dood
C
Het sprookje heeft een gruwelijk einde
D
De hoofdpersoon wint van de vijand
Slide 24 - Quiz
Hoe heet het character dat je in de video vaak voorbij zag komen?