Herhaling AK H4 1mh

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Herhalingsles - 4.1 t/m 4.3

In welk continent ligt Bangladesh?

1. Zuid-Amerika
2. Afrika
3. Azië

Wat betekent het begrip
scharreleconomie?

1. Deel van de economie waarin mensen geen vaste baan hebben, de informele sector.
2. De rijkdom van een land gemeten op basis van levensomstandigheden.
3. Dat zijn alle mensen die tegen betaling werken, plus de werklozen.
4. Deel van de economie waarvan zaken officieel worden opgeschreven.

Wat hoort bij rijke en arme landen?

Hier zijn veel welvaartziektes.

Klassen zijn groot en niet iedereen kan naar school.

Mensen worden eerder ziek omdat ze vaak hetzelfde eten en er geen schoon water is.

Als je niet kan werken, krijg je een uitkering.

Sleep naar de juiste plek

Rijk land

Rijk land

Arm land

Arm land

I: In arme landen verdienen mensen minder, maar het leven is wel goedkoper.

II: In rijke landen werken de meeste mensen in de industrie.

Welke stellingen zijn juist?

1. I: is juist II: is juist
2. I: is juist II: is onjuist
3. I: is onjuist II: is juist
4. I: is onjuist II: is onjuist

Wat is welvaart?

1. De hoeveelheid goederen of diensten die je voor 1 dollar of euro kunt kopen.
2. De rijkdom van een land gemeten op basis van levensomstandigheden.
3. De rijkdom van een land gemeten op basis van geld.
4. Als mensen minder dan 1,25 dollar per dag te besteden hebben.

Naar welke 3 levensomstandigheden kijken we bij welzijn?

1. Gezondheid, Onderwijs, Uitkeringen.
2. Gezondheid, Onderwijs, Bnp/hoofd.
3. Koopkracht, Onderwijs, Welvaartziektes.
4. Onderwijs, Gezondheid, Koopkracht.

Wat kan er met je gezondheid gebeuren als je zoals Samia vaak eenzijdig eet en geen schoondrinkwater hebt?
Leg je antwoord uit.

In welke 3 groepen kunnen we de wereld indelen op basis van welvaart?

Sleep de groepen koplopers, volgers, achterblijvers naar het juiste land:

• Bangladesh is een...
  

• Nederland is een...
  

• Brazilië is een...
  

Koploper

Volger

Achterblijver

Waarom verplaatsen arbeidsintensieve bedrijven hun bedrijf vaak naar lageloonlanden?

Hoe meet je welvaart?

1. Het aantal inwoners van een land keer het bedrag dat een land per jaar verdient.
2. Het bedrag dat een land per jaar verdient, gedeeld door het aantal inwoners van een land.
3. Aantal inwoners van een land gedeeld door het bedrag dat een land per jaar verdient.
4. Het aantal inwoners van een land gedeeld door het aantal mensen die onder de armoedegrens leven.

Welk begrip hoort bij deze zin:
'Verschillen tussen rijke en arme gebieden binnen een land'.

1. Sociale ongelijkheid
2. Armoedegrens
3. Achterblijvers
4. Regionale ongelijkheid

Formele sector

Wat is het verschil tussen 

de formele en informele sector?

Sleepopdracht:

Informele sector

Niet officieel

Wel officieel

Vast inkomen

Wisselend inkomen

Uitkering bij ziekte

Geen uitkering bij ziekte

bankmedewerker

Straatverkoper

De beroepsbevolking van een land kun je in 3 groepen verdelen...

Bij welke groep van de beroepsbevolking hoort het werk van Samia?

1. Landbouw
2. Industrie
3. Diensten
4. Koplopers

Welke stelling is juist?

I: In arme landen is de levensverwachting hoger dan in rijke landen. 

Zijn de uitspraken waar?

II: In rijke landen kunnen de meeste mensen lezen en schrijven.

1. Uitspraak I is waar. Uitspraak II is niet waar.
2. Uitspraak I is waar. Uitspraak II is niet waar.
3. Uitspraak I is niet waar. Uitspraak II is niet waar.
4. Uitspraak I is niet waar. Uitspraak II is is waar.

Wat is geen vestigingsfactor?

1. Nederland is goed bereikbaar
2. Nederland werkt vooral voor zichzelf en niet voor het buitenland
3. Nederlandse bevolking is goed opgeleid
4. Nederland is betrouwbaar

Welk begrip hoort bij deze omschrijving?

'armste landen waarin veel mensen in de landbouw werken'.

1. Informele sector
2. Volgers
3. Achterblijvers
4. Armoedegrens

Noteer de ontbrekende woorden op de plaats van de letters X en Y.

Nederland verdient geld met het uitvoeren van producten. Het grootste deel van de Nederlandse <X> werkt in de <Y>-sector.

1. X mensen Y diensten
2. X beroepsbevolking Y diensten
3. X beroepsbevolking Y landbouw
4. X landbouw Y industrie

Tijd over?

Wat kun je nog doen?

• Kijken wat je fout had
  
• Begrippen oefenen
• Samenvatting maken

Voorbereiden op de toets: