Lezen 2.2 - 2 kgt

Lezen 2.2 
  • Herhaling + oefening tekstdoelen
  • Herhaling + oefening verwijswoorden
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lezen 2.2 
  • Herhaling + oefening tekstdoelen
  • Herhaling + oefening verwijswoorden

Slide 1 - Slide

Lesdoelen:

  • Je kunt aan het einde van de les de vier tekstdoelen opnoemen en daar een voorbeeld van geven.

  • Je kunt aan het einde van de les vertellen wat verwijswoorden zijn en deze herkennen.

Slide 2 - Slide

Een tekstdoel, wat is dat ook alweer?

Slide 3 - Mind map

De vier tekstdoelen
  • Informeren
  • Activeren/overhalen
  • Amuseren
  • Overtuigen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

  • Doel: Overtuigen

- De schrijver wil dat de lezer zijn mening overneemt.

Voorbeeld: Recensie 

Slide 8 - Slide

Wat is het tekstdoel van een leesboek?
A
Overtuigen
B
Informeren
C
Activeren/overhalen
D
Amuseren

Slide 9 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een uitnodiging voor een feest?
A
amuseren
B
informeren
C
activeren/overhalen
D
overtuigen

Slide 10 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een handleiding?
A
amuseren
B
informeren
C
activeren/overhalen
D
overtuigen

Slide 11 - Quiz

Welk tekstdoel heeft een schrijver die reclame maakt?
A
informeren
B
activeren/overhalen
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 12 - Quiz

Tekstdoel:
A
Amuseren
B
Informeren
C
Activeren/overhalen
D
Overtuigen

Slide 13 - Quiz

Als journalisten in de krant een kort stukje schrijven over hoe ze de film vonden, welk tekstdoel heeft dit stukje tekst dan?
A
Amuseren
B
Informeren
C
Activeren/overhalen
D
Overtuigen

Slide 14 - Quiz

Lezen tekst 1
Klassikaal

Slide 15 - Slide

Het onderwerp van tekst 1 =
A
Kapotte glijbanen
B
Sportiom gaat dicht
C
Zwembad Sportiom tijdelijk gesloten vanwege verbouwing
D
Slecht onderhouden

Slide 16 - Quiz

Wat is het tekstdoel van tekst 1?

Slide 17 - Open question

Bekijk tekst 2.
Wat is het tekstdoel van deze tekst?

Slide 18 - Open question

Verwijswoorden

  • Wat zijn verwijswoorden ook alweer?

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Alle leerlingen hebben hun huiswerk gemaakt. Zij verdienen een compliment.

Waarnaar verwijst het woord 'zij'?

Slide 21 - Open question

Willem Alexander is onze koning. Sinds kort heeft hij een baard.

Waarnaar verwijst het woord 'hij'?

Slide 22 - Open question

In de kantine van de voetbalclub is het iedere zondag feest. Na alle wedstrijden eten we daar altijd friet met snacks.

Waarnaar verwijst het woord 'daar'?

Slide 23 - Open question

Tess is altijd te laat. De docenten vinden dat ze eerder moet opstaan.

Wat is het verwijswoord in deze zin?

Slide 24 - Open question

Klas 2A is in het gymlokaal altijd lekker fanatiek. Gelukkig hebben ze daar geluidsdichte muren.

Wat is het verwijswoord in deze zin?

Slide 25 - Open question


Wat gaat al goed en wat vinden jullie nog lastig

Slide 26 - Slide