BK1 blok 6: over taal

BK1 blok 6: over taal
Boek blz. 246
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

BK1 blok 6: over taal
Boek blz. 246

Slide 1 - Slide

Aan het werk

Maak opdracht 26 + 27

Slide 2 - Slide

Opdracht 26 antwoorden
1-2
 a gebruikelijk – gewoon
 b zorgvuldig – met zorg, precies
 c geregeld – regelmatig, het gebeurt vaak
 d auteur – schrijver
 e eventueel – als het nodig is
 f kortom – kort gezegd
 g voorwaarde – iets dat moet gebeuren

Vergelijk jouw zinnen met deze voorbeelden.

Voorlopig ben ik nog niet klaar met opmaken, ik heb nog wel een uur nodig.

Om je haar een hele avond goed te laten zitten, is haarlak heel nuttig.

We kunnen de aula niet gebruiken omdat hij verbouwd wordt. Daarom eten we tijdelijk in de hal en de gangen.

Ik zal het je maar ronduit zeggen: ik vind dat paarse shirt niet mooi staan bij die rode broek.

Slide 3 - Slide

Opdracht 27 antwoorden
1 ingrediënten – dingen waarvan je een gerecht maakt
2 laten inspireren – goede ideeën laten geven
3 aanbod – wat er te koop is
4 minimaal – niet minder dan
5 variëren – verschillen
6 biedt plaats aan – heeft plaats voor
7 maximaal – niet meer dan
8 afhangen van – beslissen door
9 toevoegen aan – doen bij
10 sticht – zorgen dat het er komt

Slide 4 - Slide

6.10 kijken naar taal (blz. 248)
v




                          Bijvoorbeeld -->

Slide 5 - Slide

Aan het werk

Maak opdracht 28 + 29

Slide 6 - Slide

Antwoorden opdracht 28
Afbeelding 2 Hier is een dames- en een heren-wc.
Afbeelding 3 Hier is een roltrap die naar boven gaat.
Afbeelding 4 Pas op, hier kunnen harde windstoten voorkomen.
Afbeelding 5 Hier hangt een brandblusapparaat.
Afbeelding 6 Hier is het verboden voor honden.
Afbeelding 7 Hier is de geluidsknop op een computer.

Slide 7 - Slide

Blz. 248
f




Maak nu opdracht 30 op blz. 249

Slide 8 - Slide

Antwoorden opdracht 30
1 fietsen – de fiets
2 helpen – de hulp
3 beslissen – de beslissing
4 zagen – de zaag
5 spelen – het spel
6 vervelen – de verveling
7 willen – de wil
8 beginnen – het begin
9 drinken – de drank
10 meten – de maat

Slide 9 - Slide

Blz. 249
f





Maak nu opdracht 31 op blz. 249

Slide 10 - Slide

Antwoorden opdracht 31
1 a voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
 b zo goed als nieuw
 c per persoon
 d onder andere
 e zogenaamd(e)
2 Eigen antwoorden. Heb je met elke afkorting een goede zin gemaakt? Bijvoorbeeld:
 a Ik zit in de eerste klas van het vmbo.
 b Te koop: z.g.a.n. skateboard.
 c Overnachten op deze camping kost 10 euro p.p.
 d Ik neem o.a. mijn Playstation mee.
 e Ik doe aan freerunnen en oefen al een hele tijd de zgn. backflip.
3 Deze afkorting staat voor laughing out loud en betekent: ik moet heel hard lachen.
4 Nee, deze afkorting staat niet in een woordenboek omdat het een Engelse afkorting is en omdat het een afkorting is die vooral door jongeren wordt gebruikt.

Slide 11 - Slide