H4.2 Wat kost productie?

Economie

Ga rustig & stil klaar zitten.

Pak je boek, schrift, rekenmachine en pen/potlood.

Geen jassen en tassen op tafel!
timer
2:00
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Economie

Ga rustig & stil klaar zitten.

Pak je boek, schrift, rekenmachine en pen/potlood.

Geen jassen en tassen op tafel!
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Vandaag
Huiswerk controle
H4.2 Wat kost productie?
Zelfstandig aan het werk

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Ik kan vier voorbeelden van milieuschade geven.
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen bedrijfskosten en maatschappelijke kosten.
  • Ik kan nu uitleggen wat negatieve externe effecten zijn en wat duurzaam produceren is.
  • Ik kan nu uitleggen wat het nut is van recycling en een kringloopeconomie.

Slide 3 - Slide

H4 Goed gemaakt?

Slide 4 - Slide

Milieuschade
Wat is dat?

Leerdoel: Ik kan vier voorbeelden van milieuschade geven.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Milieuschade
Consumptie en productie brengen schade toe aan onze leefomgeving. Deze milieuschade ontstaat door:
  • vervuiling van lucht, water en bodem
  • energieverbruik
  • verbruik van grondstoffen
  • afval.

Leerdoel: Ik kan vier voorbeelden van milieuschade geven.

Slide 7 - Slide

Bedrijfskosten
Kosten van
  • een bedrijfspand
  • de machines
  • het personeel
  • reclame
  • transport
  • enzovoort.

Een bedrijf betaalt deze kosten zelf.


Leerdoel: Ik kan het verschil uitleggen tussen bedrijfskosten en maatschappelijke kosten.

Slide 8 - Slide

Maatschappelijke kosten


Alle nadelen die voor rekening komen van de samenleving, bijvoorbeeld alles wat milieuschade veroorzaakt.

Beter is dat de vervuiler betaalt.
Maar dat gebeurt niet altijd.



Leerdoel: Ik kan het verschil uitleggen tussen bedrijfskosten en maatschappelijke kosten.

Slide 9 - Slide

Duurzaam produceren
Duurzaam produceren heeft geen nadelige gevolgen.
Er zijn dan geen negatieve externe effecten, dus geen nadelige gevolgen voor anderen. Ook niet in de toekomst.

Bedrijven produceren duurzaam als ze:
  • geen afval veroorzaken
  • geen water, lucht of bodem vervuilen
  • geen fossiele energie verbruiken
  • geen nieuwe grondstoffen verbruiken.

Als consument help je door alleen duurzame producten te kopen.

Wereldwijd moet er nog veel gebeuren.
Dat staat in de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN.




Leerdoel: Ik kan nu uitleggen wat negatieve externe effecten zijn en wat duurzaam produceren is.

Slide 10 - Slide

Duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s)

Slide 11 - Slide

Recycling
Recycling is van afval een nieuwe grondstof maken.


Voordelen van recycling:
Er hoeven minder grondstoffen uit de natuur gehaald te worden.
Er hoeft minder afval verbrand te worden.




Leerdoel: Ik kan nu uitleggen wat het nut is van recycling en een kringloopeconomie.

Slide 12 - Slide

Kringloopeconomie
Recycling past bij een kringloopeconomie of circulaire economie.
Daarin is afval de grondstof voor nieuwe materialen.


In een kringloopeconomie worden producten:
  • langer gebruikt
  • hergebruikt.



Leerdoel: Ik kan nu uitleggen wat het nut is van recycling en een kringloopeconomie.

Slide 13 - Slide

Lineaire economie
Het tegenovergestelde van een kringloopeconomie is een lineaire economie. 


In een lineaire economie worden grondstoffen uit de natuur gehaald, producten worden na gebruik weggegooid.



Leerdoel: Ik kan nu uitleggen wat het nut is van recycling en een kringloopeconomie.

Slide 14 - Slide

Lineaire economie
Leerdoel: Ik kan nu uitleggen wat het nut is van recycling en een kringloopeconomie.

Slide 15 - Slide

Nu zelf maken!
H4.2
blz 116 t/m 121
opdracht 1 t/m 12

Zelfstandig aan de slag.
Heb je een vraag? Steek je hand op!
timer
20:00

Slide 16 - Slide