Criminaliteit h 3-4

Criminaliteit hoofdstuk 3-4
16-02-2023 3C
1 / 31
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Criminaliteit hoofdstuk 3-4
16-02-2023 3C

Slide 1 - Slide

Vorige les:
Risicofactoren, beschermende factoren, redenen voor criminaliteit, de rechtsstaat,  scheiding van de machten. 

Slide 2 - Slide

Herhaling:
Geef aan om welke risicofactor het gaat: Liam moet van zijn beste vriend een pakketje drugs op een afgesproken plek bezorgen.
A
psychische of gedragsproblemen
B
een onveilige opvoeding
C
problematisch drank- en/of drugsgebruik
D
foute vrienden en groepsdruk.

Slide 3 - Quiz

Herhaling:
Jitske is al meerdere keren opgepakt voor winkeldiefstal. Ze vind het heel lastig om ermee te stoppen. Van de rechter en van haar ouders moet ze verplicht hulp gaan zoeken.
A
psychische of gedragsproblemen
B
een onveilige opvoeding
C
problematisch drank- en/of drugsgebruik
D
foute vrienden en groepsdruk.

Slide 4 - Quiz

Wat is rechtsgelijkheid?
A
Iedereen kan in een rechtszaak terechtkomen.
B
In Nederland zijn alle burgers voor de wet gelijk.
C
Alleen Nederlanders hebben grondrechten
D
Dat de rechten van de burgers door de grondwet worden beschermd.

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen:
Je leert wat het Openbaar Ministerie is, wat de Officier van justitie doet en wat de rechten van een verdachte zijn. Je leert onderscheid maken in de verschillende mogelijkheden van de OvJ. 

Slide 6 - Slide

Lesdoelen:
1. Je kunt in eigen woorden uitleggen welke rechten een verdachte heeft
2. Je kunt onderscheid maken tussen de vier mogelijkheden van de officier van justitie

Slide 7 - Slide

Lesplanning
1. Het OM en de OvJ
2. De rechten van de verdachte
3. Vier mogelijkheden van de OvJ
4. Opdracht, onderscheiden van de mogelijkheden
5. Afsluiting

Slide 8 - Slide

Wat weet je al van het Openbaar ministerie of de officier van justitie?

Slide 9 - Open question

Het Openbaar Ministerie
Het OM
Het OM spoort verdachten van strafbare feiten op en vervolgt hen. 

Slide 10 - Slide

De officier van justitie (OVJ)
Die leidt het politieonderzoek (opsporen) en als er genoeg bewijs gevonden is, dan brengt hij een verdachte voor de rechter (vervolgen).

Slide 11 - Slide

Wat zijn de taken van de politie?

Slide 12 - Mind map

Taken van de politie
Verlenen van hulp. 
Handhaven van de openbare orde. 
Preventie. Criminaliteit voorkomen en bestrijden. 
Opsporen van strafbare feiten. 

Slide 13 - Slide

Politie 
Het Nederlands strafrecht werkt zo dat een slachtoffer niet zelf iemand kan aanklagen, je doet aangifte bij de politie en het OM gaat ermee naar de rechter.

Slide 14 - Slide

Welke rechten heeft een verdachte?

Slide 15 - Open question

Rechten van de verdachte:
Om te weten waarvan hij verdacht wordt.
Vanaf het moment dat hij door de politie verhoord wordt, recht op hulp van een advocaat.
Het recht om te zwijgen.
Maar voor een beperkte tijd worden vastgehouden.
In een rechtszaak heeft de verdachte het recht om in hoger beroep te gaan.
De verdachte heeft het recht op een eerlijk proces voor een onafhankelijke en onpartijdige rechter.

Slide 16 - Slide

VIER MOGELIJKHEDEN VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE
1. Seponeren
2. Schikken
3. Vervolgen
4.  Strafbeschikking

Slide 17 - Slide

Seponeren

Niet genoeg bewijs -  De zaak komt dan niet voor de rechter en een verdachte krijgt geen straf of geldboete. Dit kan ook besloten worden als een verdachte al genoeg gestraft is door de omstandigheden. Omdat hij bijvoorbeeld al ontslagen is nadat hij iets gestolen heeft op zijn werk.  Geen strafblad.

Slide 18 - Slide

Vervolgen
Als er voldoende bewijs is en de officier van justitie vindt dat er een straf nodig is, zal hij vervolgen. Dit betekent dat een verdachte voor de rechter moet verschijnen. Die bepaalt de straf. Als je wordt vervolgd, krijg je een strafblad.

Slide 19 - Slide

Schikken

Geldboete -  De verdachte betaalt de geldboete en hoeft niet voor de rechter te verschijnen. Wil hij de boete niet betalen, dan kan de officier alsnog naar de rechter gaan om de verdachte te vervolgen. Bij een schikking krijg je wel een strafblad.

Slide 20 - Slide

Strafbeschikking
Onomstotelijk bewezen dat een verdachte schuldig is - OvJ zelf straffen. Dit kan een taakstraf of geldboete zijn. Verdachte bekent schuld en gaat akkoord met de strafbeschikking. Gaat de verdachte niet akkoord, dan moet hij zelf naar de rechter stappen om de situatie te laten beoordelen.

Slide 21 - Slide

Verschil
Een schikking is vrijwillig. Een strafbeschikking wordt opgelegd door het Openbaar Ministerie, ongeacht of de verdachte het daar mee eens is. Daarnaast zijn de consequenties van een strafbeschikking groter, omdat de Officier van Justitie de opgelegde straf kan afdwingen

Slide 22 - Slide

VIER MOGELIJKHEDEN VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE
1. Seponeren
2. Schikken
3. Vervolgen
4.  Strafbeschikking

Slide 23 - Slide

Geef aan welke vervolgstap de officier van justitie zal nemen:
Er was onvoldoende bewijs dat Mandy de fiets van Josefien had gestolen, daarom hoefde ze niet voor de rechter te verschijnen of een geldboete te betalen.
A
seponeren
B
schikken
C
strafbeschikking
D
vervolgen

Slide 24 - Quiz

Geef aan welke vervolgstap de officier van justitie zal nemen:
De politie betrapt Toine op heterdaad bij een inbraak. Zonder buit moet hij mee naar het bureau. Toine bekent op het bureau direct schuld. De officier van justitie legt hem een taakstraf op.
A
seponeren
B
schikken
C
strafbeschikking
D
vervolgen

Slide 25 - Quiz

Geef aan welke vervolgstap de officier van justitie zal nemen:
Hans wordt ervan verdacht iemand te hebben neergestoken. Het DNA van Hans zat op het moordwapen, zijn zus heeft in een verklaring gezegd dat ze het heeft zien gebeuren en Hans heeft bekend. Genoeg bewijs om de zaak voor de rechter te brengen.
A
seponeren
B
schikken
C
strafbeschikking
D
vervolgen

Slide 26 - Quiz

Geef aan welke vervolgstap de officier van justitie zal nemen:
Voor het bekladden van de school moet Joey een boete van 750,- euro betalen voor de gemaakte schoonmaakkosten.
A
seponeren
B
schikken
C
strafbeschikking
D
vervolgen

Slide 27 - Quiz

Opdracht:
Je krijgt een tekst op papier. Maak de vragen die onderaan het papier staan. Na 5 minuten bespreek je je antwoorden met je buurman/vrouw. 

Klaar? Ga verder met hoofdstuk 3/4.
timer
8:00

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Afsluiting:
1. Je kunt in eigen woorden uitleggen welke rechten een verdachte heeft
2. Je kunt onderscheid maken tussen de vier mogelijkheden van de officier van justitie

Slide 30 - Slide

Na de vakantie:
Een rechtszaak, het jeugdstrafrecht.

Slide 31 - Slide