What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Aanhalingstekens
Aanhalingstekens
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Basisschool
Groep 7
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Aanhalingstekens
Slide 1 - Slide
Wanneer aanhalingstekens?
Om weer te geven wat iemand zegt (directe rede):
de woorden van de aanhaling plaatst men tussen aanhalingstekens
je hebt begin- en eindaanhaling
open de aanhalingstekens bovenaan en sluit ze bovenaan
Om een speciaal woord of woordgroep aan te duiden:
een titel vb. Gisteren keek ik naar “Belgium’s Got Talent”
ironie = iets grappig vb. Wat heb jij “mooie” schoenen.
Slide 2 - Slide
Directe of indirecte rede?
directe rede:
indirecte rede:
Anna zegt:"Ik houd van lezen."
Anna zegt dat ze
van lezen
houdt.
Slide 3 - Slide
Vik zegt: "Ik wil de vissen eten geven."
A
directe rede
B
indirecte rede
Slide 4 - Quiz
Lisa zegt dat ze graag buiten speelt.
A
directe rede
B
indirecte rede
Slide 5 - Quiz
"Water drinken is gezond", zegt mijn mama.
A
directe rede
B
indirecte rede
Slide 6 - Quiz
De beginaanhaling!
De aangehaalde woorden staan vooraan in de zin.
Je schrijft GEEN punt op het einde van de beginaanhaling.
Een uitroepteken schrijf je WEL op het einde van de beginaanhaling.
Een vraagteken schrijf je WEL op het einde van de beginaanhaling.
Na de beginaanhaling komt er altijd een komma.
“
H
et eten is klaar
!”,
roept mama.
“
W
anneer gaat het sneeuwen
?”,
vraagt broer.
“
M
orgen is het geen school”, fluistert de directeur.
Voorbeelden:
Slide 7 - Slide
De eindaanhaling!
De aangehaalde woorden staan niet in het begin van de zin.
Voor de eindaanhaling plaats je een dubbelpunt.
De eindaanhaling begint met een hoofdletter.
Alle leestekens (ook een punt) staan binnen de eindaanhaling.
M
ama roept
: “H
et eten is klaar
!”
B
roer vraagt
: “W
anneer gaat het sneeuwen
?”
D
e directeur fluistert
: “M
orgen is het geen school
.”
Voorbeelden:
Slide 8 - Slide
"Wie heeft die prop in de hoek gegooid?," vroeg de juf.
A
Achter de juf moet een vraagteken staan.
B
De komma staat op de foute plaats.
C
De komma moet een dubbelpunt zijn.
D
De zin is correct.
Slide 9 - Quiz
De vrouw riep boos: "Bah ik lust geen pompoensoep"!
A
Het dubbelpunt moet een komma zijn.
B
De aanhalingstekens staan op de foute plaats.
C
Het uitroepteken moet een punt zijn.
D
De zin is correct.
Slide 10 - Quiz
"Geef hier!" gilt Marie.
A
Er moet een dubbelpunt staan voor gilt.
B
Gilt moet met een hoofdletter.
C
Er moet een komma staan voor gilt.
D
De zin is correct.
Slide 11 - Quiz
“Aanhalingstekens zijn fijn”, zei de jongen.
A
De komma staat op de foute plaats.
B
Zei moet met een hoofdletter.
C
Achter fijn moet een punt staan.
D
De zin is correct.
Slide 12 - Quiz
morgen gaan we naar de ardennen juicht sara
Slide 13 - Slide
"M
orgen gaan we naar de
A
rdennen
!",
juicht
S
ara.
Slide 14 - Slide
de apotheker zei neem elke dag een lepel hoestsiroop
Slide 15 - Slide
D
e apotheker zei
: "N
eem elke dag een lepel hoestsiroop
."
Slide 16 - Slide
ik fiets graag vertelt de minister
Slide 17 - Slide
"I
k fiets graag
",
vertelt de minister
.
Slide 18 - Slide
de supporter vroeg ken jij jan janssens
Slide 19 - Slide
D
e supporter vroeg
: "
Ken jij
J
an
J
anssens
?"
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
More lessons like this
Aanhalingstekens
November 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7
Aanhalingstekens
January 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7
Aanhalingstekens
March 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7
Thema 4, les 2: Het interview
November 2022
- Lesson with
16 slides
Spelling
Basisschool
Groep 7
Aanhalingstekens
May 2024
- Lesson with
18 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Aanhalingstekens
April 2024
- Lesson with
12 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Aanhalingstekens
September 2024
- Lesson with
12 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
IEP directe en indirecte rede
October 2024
- Lesson with
45 slides
Taal
Basisschool
Groep 7,8