3.3 Identiteit

3.3 Identiteit
3.3 Identiteit
1 / 32
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3,4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.3 Identiteit
3.3 Identiteit

Slide 1 - Slide

1. Herhaling
2. Leerdoelen 3.3
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 2 - Slide

Waarden zijn principes die je belangrijk vindt in het leven
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Herhaling
Paragraaf 3.1 & 3.2

Slide 4 - Slide

Carnaval is onderdeel van..
A
Dominante cultuur
B
Subcultuur

Slide 5 - Quiz

De dominante cultuur is de cultuur van een kleine groep mensen in de samenleving
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Wat zijn de drie basiswaarden van de dominante cultuur?

Slide 7 - Open question

aangeboren eigenschappen
aangeleerde eigenschappen
Je lengte
Je accent
Je moedertaal
Je talent voor voetbal

Slide 8 - Drag question

Socialisatie gebeurt alleen thuis
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Dat kinderen in hetzelfde dialect als ouders praten komt door?
A
Imitatie
B
Informatie
C
Ervaringen

Slide 10 - Quiz

Wat is GEEN internalisatie
A
Fietsen
B
Schrijven
C
Praten
D
Een nieuwe taal leren

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Tekst

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Is er in dit filmpje spraken van een groepsgevoel?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Video

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Groepsidentificatie betekent dat je je verbonden voelt met een groep mensen omdat je dezelfde gewoonten hebt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Groepsnormen zijn geschreven regels die bij een groep horen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Soms hebben groepen veel invloed op je. Wat kan er dan gebeuren door de groepsdruk?

Slide 29 - Open question

Wat betekent; Identiteit?

Slide 30 - Open question

Zelfstandig aan de slag
Werken
Klaar?
Huiswerk! 
Maken:
  • Paragraaf 3.3 in online methode

Hoe?
  • In lokaal of zone
  • Vraag? Steek je vinger op
  • Goed zo! Laat het zien aan de docent.
  • Krijg een andere opdracht  

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video