Sociaaleconomische kijk op het Romeinse keizerrijk!
Primaire en secundaire bronnen.
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Terugblik
De vorige les:
Sociaaleconomische kijk op het Romeinse keizerrijk!
Primaire en secundaire bronnen.
Slide 1 - Slide
Wijs de personen aan en noem hoeveel rechten en geld ze hadden!
Wie is de plebejer?
Wie is de patriciër?
Wie is de slaaf?
Slide 2 - Slide
Doelen
Je kan benoemen welke bronnen primaire of secundaire bronnen zijn en wat geschreven en ongeschreven bronnen zijn.
Je kan uitleggen hoe de landen op het Europese continent Romaniseerden.
Lesinhoud
Terugblik
Instap
Doelen en lesinhoud
Uitleg
De grote bronnen quiz!
Afsluiten
Slide 3 - Slide
Uitleg
Geschreven bronnen:
Alle bronnen die in een taal zijn opgeschreven.
Kan jij een voorbeeld geven van een geschreven bron?
Slide 4 - Slide
Uitleg
Ongeschreven bronnen:
Alle bronnen die geen taal bevatten.
Kan jij een voorbeeld geven van een geschreven bron?
Slide 5 - Slide
Uitleg: romanisering
Romanisering:
Overdragen of overnemen van de Romeinse cultuur door andere volkeren .
Slide 6 - Slide
Uitleg: romanisering
Romanisering had vier oorzaken:
Verovering
Handel
Bewondering
Trouwen
Maar wat is de Romeinse cultuur en waarom nam men die over?
Slide 7 - Slide
Uitleg: sociaaleconomisch
Geld!
Slide 8 - Slide
Uitleg: sociaaleconomisch
Agrarisch-stedelijke samenleving:
Meeste mensen wonen op het platteland,
maar een klein aantal in de steden.
Slide 9 - Slide
Uitleg: sociaaleconomisch
De meeste Romeinen woonden in een hut op het platteland, of in een flat in de stad.
Slide 10 - Slide
Uitleg: sociaaleconomisch
De meeste Romeinen woonden in een hut op het platteland, of in een flat in de stad.
Slide 11 - Slide
Uitleg: sociaaleconomisch
Rijke Romeinen hadden een huis in de stad en een villa op het platteland.
Slide 12 - Slide
Uitleg: sociaaleconomisch
Rijke Romeinen hadden een huis in de stad en een villa op het platteland.
Slide 13 - Slide
Uitleg: Cultuur
Kleding:
Broeken waren niet cool!
Toga's en tunieken wel!
Slide 14 - Slide
Uitleg: Cultuur
Taal:
Latijn
Huidige alfabet
I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, L, C, D, M.
Romeinse namen twee of drie delen. Neem Gaius Julius Caesar. (Familienaam -> bijnaam 1 -> bijnaam 2).
Slide 15 - Slide
Uitleg: Cultuur
Bouwstijl:
Amfitheaters!
Slide 16 - Slide
Uitleg: Cultuur
Bouwstijl:
Aquaducten en bruggen!
Slide 17 - Slide
Uitleg: Cultuur
Bouwstijl:
Castellum!
Slide 18 - Slide
Uitleg: Cultuur
Romeinse goden!
Slide 19 - Slide
De grote bronnen quiz!
Zijn de bronnen primaire of secundaire bronnen?
En
Zijn de bronnen geschreven of ongeschreven?
Slide 20 - Slide
Asterix als legioensoldaat (1964).
A
Primaire bron
B
Secundaire bron
Slide 21 - Quiz
Beedje van Minerva, gevonden in Wijnaldum, Friesland (100-300 n.Chr.)
Minerva
De Romeinse godin van de wijsheid, wetenschap en de kunsten.
A
Primaire bron
B
Secundaire bron
Slide 22 - Quiz
Druiventrosflesje uit Keulen gevonden in Heerlen (100-200 n.Chr.).
A
Primaire bron
B
Secundaire bron
Slide 23 - Quiz
Cleopatra en Caesar door Jean-Leon-Gerome (1866).
A
Primaire bron
B
Secundaire bron
Slide 24 - Quiz
Keizer Augustus ontmaskert Cornelius Cinna voor zijn verraad, door Étienne-Jean Delécluze (1814).
A
Primaire bron
B
Secundaire bron
Slide 25 - Quiz
Romeinse legioenshelmmet dolfijn decoratie gevonden in Leiden (50-100 n.Chr.)
A
Primaire bron
B
Secundaire bron
Slide 26 - Quiz
Vertaling uit 'Een meelijwekkend volk' geschreven door Looijenga, Popkema en Slofstra (2017).
A
Primaire bron
B
Secundaire bron
Slide 27 - Quiz
Mijlpaal gevonden bij Monster, onder Den Haag (162 n.Chr.)
Tekst op de zuil
‘Aan keizer Marcus Aurelius Antonius, opperheerser, hogepriester, voor de zestiende maal volkstribuun, voor de derde maal consul, en aan keizer Lucius Aurelius Verus, opperheerser, voor de tweede maal volkstribuun, voor de tweede maal consul. Vanaf Municipium Aelium Canafatium 7 (of 12) mijlen.’
A
Primaire bron
B
Secundaire bron
Slide 28 - Quiz
Doelen
Je kan benoemen welke bronnen primaire of secundaire bronnen zijn en wat geschreven en ongeschreven bronnen zijn.
Je kan uitleggen hoe de landen op het Europese continent Romaniseerden.