Training 4 oppervlaktematen

2 Instructiefilmpjes
- Omrekenen oppervlaktematen
- are, hectare en centiare omrekenen
- Verschil omtrek en oppervlakte

1 / 48
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

2 Instructiefilmpjes
- Omrekenen oppervlaktematen
- are, hectare en centiare omrekenen
- Verschil omtrek en oppervlakte

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Slide 3 - Link

Slide 4 - Link

TRAINING 4
LEERDOELEN

  • Ik weet dat ik bij de oppervlakte de “vierkante…” eenheid moet gebruiken.

  • Ik weet wanneer ik moet delen door of keer 100 moet doen als ik gebruik maak van het trappetje.

  • Ik kan oppervlaktematen omrekenen.

  • Ik kan rekenen met eenheden van oppervlakte in verhaaltjessommen.

Slide 5 - Slide

OPPERVLAKTE
GROOTHEID: oppervlakte

VOORBEELD EENHEID: m²
2 dimensies

Slide 6 - Slide

Oefening 1
Schrijf op het trappetje
de eenheden van oppervlakte op.


Bovenaan de grootste maat en onderaan de kleinste maat.

Schrijf bij elke tree op wat er gebeurt. 



Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Voorbeelden uit de praktijk (referentiematen).

Slide 9 - Slide

Vul in.
47,5 dm² = ... cm²

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Vul in.
7 m² = ... cm²

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Vul in.
39000 cm² = ... m²

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Vul in.
9210 ha = ... km²

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Vul in.
43 are = ... m²

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

De oppervlakte van het Ketelmeer is ongeveer 35 km².
Hoeveel hectare is de oppervlakte van het Ketelmeer?
Vul in: ... ha

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Bereken en vul in.
9,58 ha + 47 000 dm² + 260 ca = ... m²

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Vul in.
9,58 ha + 47000 dm² = ... m²

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

Bereken en vul in.
520 000 cm² + 67 are + 0,92 ha = ... m²

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide

In Noord-Nederland zijn er 8745 melkveebedrijven. Deze bedrijven gebruiken met elkaar 3220 km² grasland.
Bereken hoeveel hectare grasland heeft één melkveebedrijf ongeveer.
Rond af op een geheel getal.
Eén melkveebedrijf heeft ongeveer ... ha grasland.

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide

Een nieuwe woonwijk wordt gebouwd op een stuk grond van 32,8 ha. Voor elke woning is 350 m² grond beschikbaar.
Bereken hoeveel woningen in deze wijk gebouwd kunnen worden.
Rond af op een geheel getal.
Vul in: In deze wijk kunnen ....... woningen gebouwd worden.

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Slide

OEFENWEDSTRIJDJE
7 tegenstanders

Training 4

Slide 32 - Slide

Bereken en vul in.
345 are + 7100 m² + 0,31 km² = ... ha

Slide 33 - Open question

345 are = 34 : 100 = 3,45 ha
7100 m² : 100 : 100 = 0,71 ha
0,31 x 100 = 31 ha
3,45 + 0,71 + 31 = 35,16 ha

Slide 34 - Slide

Een gemeente stelt 0,63 ha beschikbaar voor de aanleg van volkstuintjes. De oppervlakte per volkstuin is 140 m².
Bereken hoeveel volkstuintjes er in totaal aangelegd kunnen worden.
Vul in: In totaal kunnen er ... volkstuintjes aangelegd worden.

Slide 35 - Open question

Slide 36 - Slide

Bereken en vul in.
25 cm + 3,84 m + 170 mm = ... dm

Slide 37 - Open question

Slide 38 - Slide

Het eiland Texel heeft een eigen vliegveld, Texel International Airport.
Het vliegveld heeft twee grasbanen. De langste baan is 1115 m en de kortste 630 m.
Bereken de lengte van de langste baan in kilometers.
Typ getal spatie eenheid.

Slide 39 - Open question

1115 m = 1115 : 10 : 10 : 10 = 1,115

Slide 40 - Slide

Bereken de omtrek in meters.

Typ: getal spatie eenheid
2 dam
40 m

Slide 41 - Open question

2 dam = 2 x 10 = 20 m
20 + 20 + 40 + 40 = 120 m

Slide 42 - Slide

Bereken de omtrek in meters.

Typ: getal spatie eenheid

Slide 43 - Open question

Rolf loopt 500 dam en 600 m om de vijver. Hij loopt 4 rondjes.
Bereken hoeveel kilometer één rondje is.
Rond af op één decimaal.
Typ: getal spatie eenheid

Slide 44 - Open question

500 dam  = 5 km
600 m = 0,6 km
5 + 0,6 = 5,6 km
5,6 : 4 = 1,4 km

Slide 45 - Slide

DOELEN BEREIKT?

  • Ik weet dat ik bij de oppervlakte de “vierkante…” eenheid moet gebruiken.
  • Ik weet wanneer ik moet delen door of keer 100 moet doen als ik gebruik maak van het trappetje.
  • Ik kan oppervlaktematen omrekenen.
  • Ik kan rekenen met eenheden van oppervlakte in verhaaltjessommen.

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Link

Vooruitblik
volgende les

Slide 48 - Slide