VO - Blok 1 - Les 3: Angst voor Dieren

Angst voor dieren
1 / 41
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieNederlands+1Middelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Angst voor dieren

Slide 1 - Slide

NB:
Dit lesmateriaal is tot stand gekomen in de periode 2021 - 2024 in het project UGO (Utrecht Gelijke Onderwijskansen) op basis van het curriculum van de voormalig Brede School Academie (BSA) Utrecht en in samenwerking met de gemeente Utrecht en de Utrechtse schoolbesturen PCOU Willibrord, SPO Utrecht en KSU. Het project UGO eindigt op 1 oktober 2024.
      Waar ben jij bang voor?
      Ik ben bang voor...

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Hoe werkt het?
Tekst
Onderzoek
Woordenschat
Leestafel
Boekenclub
Dit leer je nu
Dit weet je al
Doen
Terugkijken
Afbeelding vergroten

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
  • Leestafel 
  • Introductie onderwerp
  • Tekst
  • Onderzoek
  • Presenteren onderzoek
  • Woorden
  • Boekenclub
  • Terugblik/afsluiting

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat ga je deze les leren?
  • Je kunt een geschikt nieuwsartikel vinden en vertellen waar het over gaat.
  • Je kunt kort vertellen welke reacties er zijn bij angst. ​
  • Je weet meer over aangeboren angsten en over angststoornissen.
  • Je leert tien nieuwe woorden en kunt deze toepassen.
  • Je kunt de alinea’s kort samenvatten en de belangrijkste zinnen onderstrepen​.
  • Je kunt snel en gedegen onderzoek doen naar het onderwerp 'angst'.​
  • Je kunt aan de hand van je mindmap of aantekeningen kort vertellen welke nieuwe informatie je gevonden hebt.
  • Je kunt na het lezen van een fragment vertellen wat je hebt gelezen en hoe je zelf zou reageren in deze situatie​.
  • Je kunt vertellen wat je deze les hebt geleerd, waarover je nog vragen hebt en/of wat je thuis gaat vertellen.
.
.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel?
Leerdoel: je kunt een artikel vinden dat geschikt is om over te praten met de hele groep.
De leestafel
Zoek een artikel dat jij interessant vindt
en waar je wel met de groep over zou willen
praten / van gedachten wisselen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions


Upload hier een foto van jouw artikel.

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Dit zijn goede verdiepingsvragen!
  • Hoe kan het nou dat... ? 
  • Wat ik niet snap is... ?


  • Wat zou er gebeuren als... ?
  • Zou iedereen... ?
  • Hoe zou dat in de toekomst gaan?
  • Hoe zou dat in het verleden zijn gegaan?
  • Hoe zit dat eigenlijk in andere landen?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

De introductie op het onderwerp
Leerdoel?
Leerdoel: Je kunt kort vertellen welke reacties er zijn bij angst.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions


Hoe snel ben jij angstig?
-1100

Slide 11 - Poll

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions


Hoe reageer jij als je angstig bent? 

Slide 13 - Open question

Bekijk de reacties van de leerlingen. 
De tekst: eerst even scannen! 
bron
Bron: DeKennisvanNU (website bestaat niet meer, nu NTR, 23/10/21017 door Didier Jansen)

Tekst bewerkt voor onderwijsdoeleinden.
scannend lezen
Scannen, hoe doe je dat?
  • Je leest eerst de titel, de inleiding en de kopjes van de alinea’s
  • Je kijkt naar de afbeeldingen in de tekst
  • Je bekijkt de 10 woorden die in de kantlijn zijn uitgelegd
  • Zijn er nog andere opvallende dingen in de tekst?
Leerdoelen?
Leerdoelen
  • Je kunt voorspellen waar de tekst over zal gaan,
  • Je kunt de kernzinnen van de alinea’s vinden,
  • Je weet meer over aangeboren angst en over angststoornissen.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions


Waar denk je dat de tekst over zal gaan?

Slide 15 - Open question

Bekijk de reacties van de leerlingen. 
Lees de hele zin. Ook de zin ervoor en erna zeggen vaak iets over het woord.
Zoek het woord op in een woordenboek of in een zoekmachine op internet.
Ken je het woord in
een andere vorm wel?
Vraag het aan iemand.
Wie weet kent diegene het woord!
Kijk of er een bekend woord
zit in het onbekende woord.
Heb je het woord eerder gezien?
Waar ging de tekst toen over?
Wat kun je doen als je een woord niet begrijpt?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Maak de volgende opdrachten bij de tekst:
Lees de titel, de inleiding en de eerste alinea
  • Noteer de belangrijkste zin van de inleiding en de eerste alinea in eigen woorden.

Lees de tweede alinea 
  • Vertel kort wat er onderzocht is.
  • Bij welke plaatjes gebeurde er iets geks?

Lees de tekst uit. 
  • Vat elke alinea kort samen met behulp van de belangrijkste zin in elke alinea. 
  • Wissel je korte samenvatting uit met je buren.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

De titel en de inleiding
Onze angst voor spinnen en slangen is aangeboren

Menselijke angst voor spinnen of slangen zit heel diep. Baby’s van een half jaar oud reageren al heftiger op plaatjes van spinnen dan van bloemen. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Alinea 1
Misschien ben jij ook wel iemand die meteen naar de vliegenmepper grijpt als er een kleine spin in huis loopt. Maar waarom zijn sommige mensen bang voor spinnen of slangen, als die dieren in onze omgeving geen reëel gevaar voor ons vormen? Die angst kan wellicht aangeleerd zijn in onze kindertijd, maar zou ook voor een deel in onze natuur kunnen zitten. Voor die laatste verklaring is nu nieuw bewijs geleverd door baby’s naar plaatjes van slangen en spinnen te laten kijken. Wetenschappers wilden weten of evolutie een aandeel heeft gehad in onze afkeer van spinnen en slangen. Onze voorouders hebben al zo’n 40 tot 60 miljoen jaar naast deze dieren geleefd, waarvan sommige soorten levensgevaarlijk kunnen zijn. Door aanvaringen van onze voorouders met die dieren kregen mensen met een aangeboren herkenning van het gevaar waarschijnlijk grotere overlevingskansen. Maar omdat die angst dus ook aangeleerd kan zijn, onderzochten de wetenschappers baby’s van zes maanden oud.
reëel
reëel: echt
de evolutie
de evolutie: de ontwikkeling door de eeuwen heen
de aanvaring
de aanvaring: de botsing

Slide 19 - Slide

This item has no instructions


Waarom vormen spinnen
en slangen geen reëel
gevaar voor ons? 

Slide 20 - Open question

Begin je antwoord met: Spinnen en slangen vormen geen reëel gevaar voor ons volgens de tekst, omdat...

Waarom zouden ze baby's van 6 maanden hebben onderzocht?

Slide 21 - Open question

Begin je antwoord met: Ze hebben baby's van zes maanden onderzocht, omdat...

Wat is de belangrijkste zin van de inleiding en de eerste alinea?

Slide 22 - Open question

Begin je antwoord met: Ik vind de zin "..." de belangrijkste zin van de inleiding en de eerste alinea, omdat...
Alinea 2 (1/2)
Spinnen en bloemen: vechten of vluchten?
In het onderzoek kregen de baby’s plaatjes te zien van spinnen en bloemen van dezelfde kleur, afmeting en helderheid. Daarnaast toonden de onderzoekers afbeeldingen van slangen naast gelijkende plaatjes van vissen (zie figuur 2) . Om de reactie van de baby’s te testen, werd de grootte van de pupillen in hun ogen gemeten. Bij een gelijke hoeveelheid licht is een verwijding van de pupillen namelijk teken van de stressreactie, die ook bekend staat als de vecht-of-vluchtreactie. Bij de afbeeldingen van spinnen en bloemen bleek een duidelijk verschil in reactie. De pupillen vergrootten zich bij bloemen gemiddeld met 0,03 mm en bij spinnen met 0,14 mm.  wetenschappers dat er wel degelijk een aangeboren reactie is op gevaarlijke dieren, maar dat een reactie op dieren in het algemeen waarschijnlijk wel meespeelt.
figuur 2
Klik op de afbeelding om hem te vergroten.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Alinea 2 (2/2)
Bij de slangen en vissen was er echter geen verschil, bij beiden waren de metingen 0,16 mm. De wetenschappers vermoedden daardoor dat de stressreactie al aansloeg bij het zien van dieren – gevaarlijk of niet – of dat de stressreactie van de slangen oversloeg naar de gelijkende vissen. Om die verklaringen uit te sluiten, besloten ze tot een tweede experiment met een iets andere opzet. In plaats van dezelfde baby’s aan verschillende plaatjes bloot te stellen, werden nu twee ‘teams’ van baby’s samengesteld die óf alleen slangen te zien kregen, óf alleen vissen. Bij deze opzet bleek het verschil erg groot: de gemiddelde pupilverwijding was 0,17 mm bij de foto’s van vissen en 0,29 mm bij de slangen. Samen met het eerste experiment concludeerden de wetenschappers dat er wel degelijk een aangeboren reactie is op gevaarlijke dieren, maar dat een reactie op dieren in het algemeen waarschijnlijk wel meespeelt.
aanslaan
aanslaan: beginnen te doen als reactie op iets
het experiment
het experiment: de test
de opzet
de opzet: de opbouw van een test

Slide 24 - Slide

This item has no instructions


Schrijf kort op wat
er onderzocht is.

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Bij welke plaatjes gebeurde er iets geks? Sleep de afbeeldingen naar de juiste plek.
'normale reactie'
'gekke' reactie
gekke reactie

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Alinea 3
Angststoornissen

De gemeten reacties van de pupillen wijzen dus op een aandeel van evolutie in angst voor spinnen of slangen. De pupilverwijding bij de baby’s moet wel meer gezien worden als een aangeboren mechanisme dat potentieel gevaarlijke dieren snel kan herkennen. De onderzoekers wijzen namelijk op andere onderzoeken waaruit blijkt dat oudere kinderen geen angst tonen voor deze dieren. De aangeboren herkenning van slangen en spinnen kan op latere leeftijd echt aan angstig gedrag gekoppeld worden.Het zijn deze latere reacties die kunnen uitgroeien tot fobieën of angststoornissen. Dit kan komen door ouders die overdreven reageren op spinnen, of een de aanleg voor het te heftig inschatten van gevaren. Maar een basis daarvoor is dus gelegd door talloze voorouders die in aanraking kwamen met giftige spinnen en slangen. 
het mechanisme
het mechanisme: de min of meer automatisch verlopende werking 
potentieel
potentieel: mogelijk
de aanleg
de aanleg: de aangeboren eigenschap
inschatten
inschatten: vooraf proberen te bedenken

Slide 27 - Slide

This item has no instructions


Schrijf, in je eigen woorden, een korte samenvatting van de hele tekst (ca. vijf zinnen) met behulp van de belangrijkste zin uit elke alinea. 
Wissel je samenvatting dan uit in de groep.

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

  1. Kies zo één van de onderwerpen op de volgende slide. 
  2. Stel onderzoeksvragen op: wat wil je over dit onderwerp te weten komen?
  3. Maak goede aantekeningen tijdens het lezen van de informatie. 
  4. Noteer de antwoorden op je onderzoeksvragen in je eigen woorden of maak een mindmap.
Hoe doe je goed onderzoek?
Het onderzoek
Leerdoel?
Leerdoel: : je kunt onderzoek doen naar een subthema gerelateerd aan fobieën.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

angstaanjagende dieren          
Wat ga jij onderzoeken? 
Kies één van deze onderwerpen.
Klik op de hotspot voor 
meer informatie.
Harige poten? Enge ogen? Een enorm lijf? Een glibberige huid? Waar zou jij van schrikken en ben je benieuwd welke kenmerken dieren angstaanjagend maken?
reacties op angst          
Wat zou jij doen als je ineens oog in oog kwam te staan met een bloeddorstige leeuw of een sissende slang?
eigen onderwerp          
Ik ben nieuwsgierig naar: …

Slide 30 - Slide

Uitleg:

Je krijgt kort de tijd om zoveel mogelijk nieuwe informatie​ te vinden. Deze informatie deel je straks met de groep.​ Zet zoveel mogelijk van de gevonden informatie op een ​blad of maak er een mindmap van.​​
   Handige bronnen: 
Let goed op...
Hier komt een aantal tips!

Slide 31 - Slide

This item has no instructions


Welk onderwerp heb jij gekozen?
angstaanjagende dieren
reacties op angst
Eigen onderwerp

Slide 32 - Poll

This item has no instructions

3, 2, 1 ... 
Tijd voor 
onderzoek!
timer
20:00

Slide 33 - Slide

Hier kun je instellen of de leerling mogen overleggen of zelfstandig aan het werk moeten.
Ook kun je een tijd instellen hoe lang ze aan hun onderzoek mogen werken. 

Welke nieuwe informatie ben je te weten gekomen in 
jouw onderzoek? Vertel het aan de andere leerlingen 
of typ hier je aantekeningen.
Presentatie onderzoeksresultaten
Klik hier voor het leerdoel.
Leerdoel: : je kunt onderzoek doen naar een subthema gerelateerd aan fobieën 



Leerdoel?
Leerdoel: je kunt je eigen onderzoek presenteren aan de klas.

Slide 34 - Open question

This item has no instructions


    Even terugkijken naar het onderzoek. Welke doelen heb je al
    behaald? En welke (nog) niet? Sleep ze naar het juiste vak.
Wist je dat...
wanneer je een doel versleept, erachter een nieuwe verschijnt.
Hoe ging het onderzoek?
Ja, dit doel heb ik behaald.
Nee, aan dit doel moet ik nog werken.
Ik heb goede onderzoeksvragen bedacht.
Ik heb nieuwe dingen geleerd.
Ik heb veel informatie gevonden bij mijn onderzoeksvragen.
Ik ben nu ook nieuwsgierig geworden naar andere zaken omtrent dit onderwerp.
Ik kan kort vertellen 
wat ik te weten ben gekomen.
Ik heb de onderzoekstijd 
nuttig en goed besteed. 
Ik heb effectief met iemand samengewerkt. 
Ik kan minimaal twee woorden van deze les gebruiken bij mijn presentatie.

Slide 35 - Drag question

This item has no instructions

Een woordslang:
  • Maak tweetallen.
  • Je krijgt strookjes papier met daarop een woord en een betekenis. Die horen niet bij elkaar. 
  • Leg samen de woorden en de juiste betekenissen zo dat ze in een mooie kloppende woordslang liggen.
  • Als het goed is past de kop van de slang dan aan de staart van de slang.
Woordenschat
Leerdoel?
Leerdoel: : Je kunt een woordslang maken met de woorden van deze les.
 

Slide 36 - Slide

Maak deze woordslang in de voorbereiding van je les!

   Kies een van de volgende boeken
   over mensen en dieren.
De boekenclub
Leerdoel?
Leerdoel: Je kunt na het lezen van een fragment vertellen wat je hebt gelezen en hoe je zelf zou reageren in deze situatie​.

Slide 37 - Poll

This item has no instructions

Vertel elkaar wat je gelezen hebt en bespreek wat jullie zouden doen in deze
situatie. Welk boek zou je willen lezen?


Zoek je gekozen boek online op en verplaats je in de hoofdpersoon.
Wat zou jij doen?


Slide 38 - Slide

This item has no instructions


Terugblik en afsluiting:

Noem drie dingen die je deze les 
geleerd hebt:

Slide 39 - Open question

This item has no instructions


Noem twee dingen waar je 
nog wat meer over wil weten:

Slide 40 - Open question

This item has no instructions


Wat ga je thuis vertellen over deze les?

Slide 41 - Open question

This item has no instructions