H1 §4 Nederland op reis

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

H1 Aarde in beweging

§3 Nederland op reis - deel 1

Programma

Welkom

Leerdoelen

Uitleg §4

Aan de slag!

Afsluiten + huiswerk

Leerdoelen

1. Je weet hoe je in de ondergrond van Nederland kunt zien dat ons land zich verplaatst heeft op de aarde. 
2. Je begrijpt hoe we weten dat Nederland niet altijd op dezelfde plek heeft gelegen. 
3. Je kunt op een wereldkaart aanwijzen waar Nederland in het verre verleden op de wereldbol lag.

De reis van Nederland

Je weet dat de platen bewegen, door de stromingen in de mantel. 

Nederland ligt op een plaat en beweegt dus ook. 

Hoe zag Nederland eruit?

Nederland heeft in miljoenen jaren tijd een hele reis afgelegd. 

Het klimaat, de planten en dieren in Nederland verschilden heel erg. Dit was afhankelijk van de plek op de aarde waar Nederland lag. 

320 miljoen jaar geleden. 

Nederland was een tropisch moeras. 

320 miljoen jaar geleden. 

Afdrukken van varens in gesteente. 

225 miljoen jaar geleden. 

Nederland was een zoutwoestijn. 

65 miljoen jaar geleden. 

Nederland had een klimaat zoals Spanje nu. Een deel van Nederland was een zee. 

65 miljoen jaar geleden. 

Fossiel van een zeehagedis. 

Bewijzen voor de lange reis

Hoe weten we dat Nederland er lang geleden anders uitzag?

Geologen, dit zijn wetenschappers die zich bezig houden met het ontstaan van de aarde, de samenstelling van de aardkorst en de ontwikkeling van het leven, hebben hier bewijzen voor gevonden. 

Welke bewijzen zijn er gevonden?

In de ondergrond van Nederland vinden we:

1. Steenkool, dit ontstaat van dikke lagen plantenresten.
2. Zout
3. Fossielen in gesteente

Waarom heeft Nederland zich, net als andere gebieden, verplaatst?

Hoe kun je aan de ondergrond van Nederland zien dat ons land zich verplaatst heeft?

Wat doet een geoloog?

Aan de slag!

Wat? §4 opdracht 2, 3, 4, 7, 8

Hoe? Kijk naar het stoplicht!

Hulp? Je buur en eventueel de atlas.

Vragen? Steek je vinger op en wacht tot ik je bij me roep. 

Klaar? Maak de herhaling van §4 op blz. 26 van je werkboek. 

Hoe vond je dat de les ging? Leg ook waarom je dit vindt.