This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
Quel vacancier es-tu?
Slide 1 - Slide
Qu'est-ce qu'on va faire?
Répéter
Les mots
Faire les exercices
But: Je kan vertellen in het Frans wat voor type vakantie ganger jij bent
Slide 2 - Slide
Le dernier cours
Op welke manier kan je op vakantie gaan? Franse woorden!
Naar welke landen kan je op vakantie gaan? Franse woorden!
Wat kan je op vakantie doen? Franse woorden!
Slide 3 - Slide
Les mots
Pak je schrift!
Slide 4 - Slide
FR-NL
le temps
il fait beau
l'avion
la piscine
la mer
il faut chaud
pendant
Slide 5 - Slide
FR-NL
8. découvrir
9. en Allemagne
10. raconter
Slide 6 - Slide
NL-FR
want
waardeloos
de reis
in/naar Spanje
de broer
de berg
het is koud
Slide 7 - Slide
On va corriger!
Wissel je schrift met je buurman
Slide 8 - Slide
On va corriger
Page 24
Exercice 6+7A
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Slide
Écouter
Page 28
Faire exercice 12A+12B
Slide 13 - Slide
Au travail!
Page 26
Faire exercice 9+10A-B-C+11+12D
timer
8:00
Slide 14 - Slide
Zoek Informatie op over een Franstalig eiland die je krijgt toegewezen
Werk in groepjes van 3
Maak 2 PowerPoint dia's
Op dia 1 zet je de naam van het eiland + veel foto's van de natuur.
Op dia 2 zet je info over het eiland: -waar het ligt op de wereld. - Hoeveel inwoners het heeft - welke religie - welke afkomst de bewoners hebben- grootte in km