Mavo 3 2.4 Overheid: levering van goederen en diensten

M3B
Slaapzaal                        Ruimte beneden             Milan's Lokaal                Lokaal beneden           Henk's Hoek
Plattegrond
M3A
Slaapzaal                        Ruimte beneden             Milan's Lokaal                Lokaal beneden           Henk's Hoek
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

M3B
Slaapzaal                        Ruimte beneden             Milan's Lokaal                Lokaal beneden           Henk's Hoek
Plattegrond
M3A
Slaapzaal                        Ruimte beneden             Milan's Lokaal                Lokaal beneden           Henk's Hoek

Slide 1 - Slide

Welkom

  • Log in op LessonUp.
  • Open alvast in Google Classroom:

    "2.4 Overheid: levering van goederen en diensten"

  • Kijk je opdrachten na van de vorige les.

Slide 2 - Slide

Onderwerp(en)

2.4 Overheid: levering van goederen en diensten

Slide 3 - Slide

  • De leerling kan met voorbeelden de functies van de overheid in de Nederlandse economie beschrijven
  • De leerling kan de verschillende overheidsorganisaties herkennen en uitleggen wat de verschillende verantwoordelijkheden zijn
  • De leerling kan uitleggen waarom de overheid besluit haar taken af te stoten en delen te privatiseren
  • De leerling kan een aantal overheidsuitgaven en inkomsten noemen en berekeningen maken
  • De leerling kan via voorbeelden het verschil duidelijk maken over collectieve, semicollectieve en individuele goederen
Leerdoelen

Slide 4 - Slide

  1. Materiaal klaar zetten en nakijken
  2. Onderwerpen en leerdoelen
  3. Uitleg en controle vragen
  4. Zelfstandig aan de slag
  5. Opdrachten bespreken
  6. Evaluatie
  7. Rad van Fortuin
Planning

Slide 5 - Slide

Collectieve sector

  • Collectieve goederen
    Daar maken wij samen gebruik van.
    Bijvoorbeeld: een dijk

  • Semicollectieve goederen
    Overheid vind het beter als zij het regelen.
    Bijvoorbeeld: onderwijs

  • Individuele goederen
    Bijvoorbeeld: ID en paspoort
    (hiervoor betaal je retributie)

Goederen
Marktsector

  • Individuele goederen
    Bijvoorbeeld: smartphones en scooters.

  • Winst maken is het doel.

  • Privatiseren
    Een overheidsbedrijf wordt verkocht aan een ondernemer/bedrijf en gaat dan winst maken

Slide 6 - Slide

Welke van de volgende goederen zijn collectieve goederen?
A
Het leger
B
Een huis
C
Een scooter
D
Een speeltuin

Slide 7 - Quiz

Maar hoe is de wet van de hondenbelasting dan ooit in het wetboek terechtgekomen? Daarvoor moet er in de geschiedenis gedoken worden. De 'blaftaks' is namelijk de oudste belasting van Nederland en werd in de 15de eeuw ingevoerd. Dit werd gedaan om hondsdolheid te bestrijden en het aantal zwerfhonden te beperken. Zo werden de zogenoemde hondenmeppers ervan betaald. Tegenwoordig kan het geld besteed worden aan het aanleggen van uitlaatplaatsen en dispensers voor hondenpoepzakjes.
Belastingen

Slide 8 - Slide

Directe belastingen
  • Belasting dat je direct aan de belastingdienst (of gemeente) betaald.

  • Motorrijtuigenbelasting
  • Inkomstenbelasting
  • Vennootschapsbelasting (BV en NV)

Indirecte belastingen
  • Consument > winkel > belastingdienst
  • BTW en accijns

Niet-belastingen
  • Bijvoorbeeld: boetes




Belastingen

Slide 9 - Slide

Welke van de volgende belastingen zijn indirecte belastingen?
A
Motorrijtuigenbelasting
B
Hondenbelasting
C
Belasting Toegevoegde Waarde
D
Inkomstenbelasting

Slide 10 - Quiz

  • Vlak voor het einde van de les
    kies ik leerlingen die hun opdrachten
    komen laten zien (eventueel met het rad van fortuin).


  • Lees de uitleg op Google Classroom vanaf regel 14 op blz. 2.
    Document :Uitleg 2.4 Overheid: levering van goederen en diensten
  • Opdrachten 74 t/m 81 (we bespreken 80 vraag 1).

  • Rood = stil aan het werk
  • Oranje = zachtjes overleggen
  • Groen = op normaal geluidsniveau overleggen
Zelfstandig aan de slag
timer
5:00
Rood
Oranje
Groen

Slide 11 - Slide

Opdracht 80 vraag 1

  • OZB
    345.000 euro : 100 = 3.450 euro
    3.450 euro x 0,1192% = 411,24 euro

  • Honden
    2 honden x 84,84 = 169,68 euro

  • Afval 283,32 euro
  • Riool 176,40 euro

  • Totaal: 411,24 + 169,68 + 283,32 + 176,40 = 1.040,64 euro


    Opdrachten bespreken

    Slide 12 - Slide

    • Wat vond je van het geluidsniveau?
      - Wat ging er goed en minder goed?
      - Wat kan beter of anders?
    Evaluatie

    Slide 13 - Slide

    Rad van Fortuin
    M3B
    M3A

    Slide 14 - Slide