This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat zijn de (ongeschreven) regels en afspraken in jullie klas?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Hoe ziet jouw droomhuis eruit?
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Welke beeldende begrippen ken je?
Slide 11 - Mind map
Welk beeldend begrip ben jij allergisch voor?
Geen geometrisch vormen
Geen organische vormen
Geen symmetrische vormen
Geen asymmetrische vormen
Geen primaire kleuren
Geen gladde texturen
Geen statische compositie
Geen 2D vormen
Geen 3D vormen
Geen secundaire kleuren
Slide 12 - Poll
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Doel deze les:
Ontwerp je droomhuis
Maak je tekening ruimtelijk
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Plat
Ruimtelijk
Slide 19 - Drag question
Ruimtesuggestie
Slide 20 - Mind map
Vorige les?
Doel deze les: Samenwerken 'the next level'
Slide 21 - Slide
Verkleining: De boten dichtbij teken je groot, de boten die verder weg zijn, teken je klein.
Repoussoir: Een grote donkere vorm op de voorgrond drukt de rest van de voorstelling naar achteren. (repousser = terugduwen).
Overlapping: Een voorwerp dat gedeeltelijk over een ander voorwerp wordt getekend lijkt dichterbij. Het zeil overlapt het gebouw erachter.
Hoger plaatsing: Een voorwerp dat hoger in het beeldvlak is geplaatst lijkt verder weg.
Afsnijding: Door een figuur in een tekening aan de rand af te snijden lijkt hij groter dan het tekenblad. Het lijkt net of de ruimte buiten het tekenblad doorloopt.
Vervaging / atmosferisch perspectief:
De toren die ver weg is, is minder duidelijk te zien, is vager. Er treedt vervaging op in vorm, kleur en textuur.
Lijnperspectief: Dit is een meetkundige manier om ruimte te suggereren op het platte vlak m.b.v. de horizon en vluchtpunten.
Plasticiteit: Door licht en schaduwwerking suggereer je ruimtelijkheid.
Kleurperspectief:
Met behulp van kleuren kan je ook ruimte suggereren. Dit kan op drie manieren:
• Koud-warmcontrast: koude kleuren lijken verder weg dan warme kleuren (de bergen zijn hier een beetje blauw)
• Kwaliteitscontrast: door atmosferisch perspectief lijken kleuren naar de achtergrond toe steeds fletser, minder verzadigd.
• Licht-donkercontrast: Door op de voorgrond donkere tonen te gebruiken en op de achtergrond lichte tonen, krijg je ruimtesuggestie (zie ook repoussoir).