4.1 Warmte 2K Nova

WARMTE 
Hoofstuk 4 - 2 Kader
Paragraaf 4.1 - Warmtebronnen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
naskTechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

WARMTE 
Hoofstuk 4 - 2 Kader
Paragraaf 4.1 - Warmtebronnen

Slide 1 - Slide

2 Kader
Hoofdstuk 4 Warmte 

  1. Warmtebronnen
  2. Brand!
  3. Verbranding en milieu
  4. Geleiding
  5. Stroming
  6. Straling

Slide 2 - Slide

2K - 4.1 Warmtebronnen 
LEERDOELEN

  • Je kunt voorbeelden van warmtebronnen geven.
  • Je kunt uitleggen hoe chemische of elektrische energie van een warmtebron wordt omgezet in warmte.
  • Je kunt het verbrandingsschema van aardgas tekenen.
  • Je kunt het verschil tussen volledige en onvolledige verbranding uitleggen.
  • Je kunt uitleggen hoe je een koolstofmono-oxidevergiftiging kunt voorkomen.

Slide 3 - Slide

2K - 4.1 Warmtebronnen 
Begrippen en leerdoelen

  • Elektrische energie
  • Brandstof
  • Chemische energie
  • Warmtewisselaar
  • Volledige verbranding
  • Verbrandingsgassen
  • Onvolledige verbranding
  • Gele en blauwe vlam
  • Koolstofmono-oxide

Slide 4 - Slide

2K - 4.1 Warmtebronnen 
Chemische energie

In andere warmtebronnen wordt een brandstof verbrand. In een open haard is de brandstof hout en in een cv-ketel is de brandstof aardgas. 

De energie in een brandstof is chemische energie. Je zet chemische energie om in warmte door de brandstof te verbranden. Hoe meer brandstof wordt 
verbrand, des te meer warmte er ontstaat.

Slide 5 - Slide

2K - 4.1 Warmtebronnen 
Aardgas als warmtebron

Voor het verwarmen van een huis wordt vaak een cv-installatie gebruikt. In een cv-ketel wordt aardgas verbrand. Daarbij ontstaan gassen die erg heet zijn. Die hete gassen stromen langs een warmtewisselaar. Op die manier wordt het water in de warmtewisselaar verwarmd tot ongeveer 75 °C. Een pomp in de cv-ketel pompt het hete water naar de radiatoren. Daar staat het water weer warmte af. Zo wordt je huis verwarmd. Het water transporteert de warmte dus door het hele huis.

Slide 6 - Slide

2K - 4.1 Warmtebronnen 
Warmtewisselaar

Slide 7 - Slide

2K - 4.1 Warmtebronnen 
Volledige verbranding

Voor de verbranding van aardgas is zuurstof nodig. Zuurstof zit in de lucht. Om het aardgas goed te verbranden, wordt in de branders van de cv-ketel het aardgas vermengd met lucht. Bij een volledige verbranding ontstaan alleen waterdamp en koolstofdioxide. Deze verbrandingsgassen zijn niet giftig.

Slide 8 - Slide

2K - 4.1 Warmtebronnen 
Onvolledige verbranding
Als er niet genoeg zuurstof wordt toegevoerd, zal het aardgas niet volledig verbranden. In dat geval ontstaat er geen koolstofdioxide, maar roet en koolstofmono-oxide. Hetzelfde gebeurt als je de luchtschijf van je brander dichtdraait. Bij onvolledige verbranding van aardgas zie je altijd een gele vlam. Bij volledige verbranding van aardgas zie je een blauwe vlam.

Roet kun je zien als een zwarte aanslag. Koolstofmono-oxide kun je niet zien en ook niet ruiken. Het is een zeer giftig gas. Koolstofmono-oxide wordt ook wel koolmonoxide genoemd. Het gebeurt nog wel dat mensen door koolstofmono-oxide om het leven komen.

Slide 9 - Slide

2K - 4.1 Warmtebronnen 
Duitse toerist dood door CO-vergiftiging

AMSTERDAM – De Amsterdamse politie heeft zondag een 19-jarige Duitser dood aangetroffen in een busje op camping Zeeburg. Het is vrijwel zeker dat de man door koolmonoxidevergiftiging om het leven is gekomen. De politie vermoedt dat de man het ’s nachts koud heeft gekregen en dat hij heeft geprobeerd het busje te verwarmen door een gaspitje aan te steken. Waarschijnlijk heeft het gasstelletje niet goed gebrand.

Gebruik dus altijd een melder.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

2K - 4.1 Warmtebronnen 
Begrippen en leerdoelen

  • Elektrische energie
  • Brandstof
  • Chemische energie
  • Warmtewisselaar
  • Volledige verbranding
  • Verbrandingsgassen
  • Onvolledige verbranding
  • Gele en blauwe vlam
  • Koolstofmono-oxide

Slide 12 - Slide

2K - 4.1 Warmtebronnen 
Huiswerk

  • Maken vragen 1 tm 15 online
  • Lezen paragraaf 4.1 - Brand!

Slide 13 - Slide