Repaso begintoets grammatica

1 / 30
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

¡Repasamos!

Slide 2 - Slide

presente perfecto

Slide 3 - Slide

Hoe maak je de perfecto?
koppelwerkwoord haber + voltooid deelwoord (Sp: participio)

voltooid deelwoord =
stam + ado/ido



Slide 4 - Slide

Decir
Dicho
Escribir
Escrito
Hacer
Hecho
Ver
Visto
Abrir
Abierto
Poner
Puesto
Volver
Vuelto
Onregelmatige ww in de presente perfecto.

Slide 5 - Slide

Zet in de presente perfecto:
Nosotros (beber) agua.

Slide 6 - Open question

Zet in de presente perfecto:
Yo (hacer) mis deberes.

Slide 7 - Open question

futuro...

Slide 8 - Slide

FUTURO

- gebruik

als je wil aangeven dat je iets GAAT DOEN


- met werkwoorden

vervoeging werkwoord IR + A + HELE WW

vb. ik ga slapen -> VOY A DORMIR


- met wederkerende ww

Levantarse -> ME VOY A LEVANTAR 

of

Levantarse -> VOY A LEVANTARME

IR + a + hele werkwoord

Slide 9 - Slide

Zet de werkwoorden in de futuro
  1. María y yo comemos paella.
  2.  Juan habla con su madre.
  3. Susana y tú vivís en Argentina.
  4. sales con tus amigos.
  5. Tú y yo estudiamos español.

Slide 10 - Slide

gerundio...

Slide 11 - Slide

Gerundio
hulpwerkwoord ESTAR  + Gerundio

estoy
estás
está
-ar = ando (hablando)
estamos
-er/ir = iendo (comiendo)
estáis
están

Slide 12 - Slide

Zet deze zin in de gerundio:
Hablo con mi hermana

Slide 13 - Open question

Zet deze zin in de gerundio:
Trabajamos en el restaurante

Slide 14 - Open question

verbos reflexivos

Slide 15 - Slide

Wederkerende ww
ALTIJD 2 COMPONENTEN

het wederkerende deel + vervoegd werkwoord




Slide 16 - Slide


Yo _________ (ponerse) una falda

Slide 17 - Open question

Tú __________ (levantarse) a las 8

Slide 18 - Open question

klinkerwisselingen...

Slide 19 - Slide

werkwoorden met klinkerwisseling

Slide 20 - Slide

Tú __________ (empezar) a las 8

Slide 21 - Open question

Nosotros __________ (dormir) mucho

Slide 22 - Open question

El profesor__________ (repetir) mucho

Slide 23 - Open question

Algunos verbos irregulares
                             ser =     zijn
                             ir=          gaan
                             tener = hebben
                             estar=   zijn (emoties, locatie)
                             hacer= doen


Slide 24 - Slide

Vosotros__________ (ser) de Francia

Slide 25 - Open question

Yo__________ (ir) al instituto

Slide 26 - Open question

Tú__________ (tener) muchos amigos

Slide 27 - Open question

Nosotros__________ (estar) de vacaciones

Slide 28 - Open question

Yo__________ (hacer) mis deberes

Slide 29 - Open question

werkwoorden die eindigen op -ecer, -ocer en -ucir



!!!!!!LET OP!!!!!!


Alle ww die eindigen op -ecer/-ocer/-ucir hebben bij ik-persoon c --> zc

Conocer --> conozco
Ofrecer --> ofrezco
Conducir --> conduzco
Traducir > traduzco

Slide 30 - Slide