Handel drijven en veel geld verdienen. Met specerijen zoals nootmuskaat en kruidnagel kon er veel winst worden gemaakt. Maar er was een probleem. De Nederlandse handelaren werkten niet met elkaar samen. Ze dachten alleen maar aan zichzelf, dat moest afgelopen zijn vonden de Staten-Generaal. In 1602 werden alle handelsbedrijven samengebracht in één Nederlandse super onderneming: de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Niemand mocht meer in zijn eentje specerijen kopen en verkopen, alleen de VOC. Die kreeg het alleenrecht of monopolie op de Nederlandse handel met Azië. Om de Nederlandse handel te versterken, mocht de VOC in Azië ook forten bouwen, kolonies stichten en zelfs oorlog voeren. Oorlogsschepen moesten de handelsschepen beschermen.