A3 - Cours 37 - Vêtements & Texte la ville la plus dangereuse

Bienvenue au cours de français!
- Madame Geluk
* Cahier Taaldorp
* Cahier + Stylo
Aan het einde van deze les .....
  • ... kan ik beschrijven hoe iemand eruit ziet én dat ook begrijpen.
  • ... kan ik vertellen waar de tekst "La ville la plus dangereuse" over gaat.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bienvenue au cours de français!
- Madame Geluk
* Cahier Taaldorp
* Cahier + Stylo
Aan het einde van deze les .....
  • ... kan ik beschrijven hoe iemand eruit ziet én dat ook begrijpen.
  • ... kan ik vertellen waar de tekst "La ville la plus dangereuse" over gaat.

Slide 1 - Slide

Le programme
  • Boggle 'Vêtements' - 5'
  • Parlez: Qui est-ce? - 10'
  • Quizlet 'Vêtements' - 5'
  • Texte: La ville la plus dangereuse - 10'
Les devoirs
Vocabulaire 'Dans un magasin de vêtements'

Slide 2 - Slide

Boggle 'Vêtements'
Maak in je groepje zo veel mogelijk woorden waar minimaal 1 van deze letters in zitten:
Ê - É - Y- Q - i - U

Let op: de woorden moeten iets met kleding/kledingwinkel te maken hebben.
> Schrijf de woorden op én tel hoeveel het er zijn.

Slide 3 - Slide

Parlez: Qui est-ce?
  • En groupe: une personne décrit une
    autre personne. Devinez qui est-ce!

  • Vb:
    "Il/elle porte un t-shirt bleu."
    "Il/elle a les yeux bleus"  etc.
    -->Q:  Qui est-ce?
    --> R: C'est Jean?! --> Oui, c'est correct / Non, ce n'est pas correct.
timer
4:30

Slide 4 - Slide

Quizlet Live!
Ga naar www.quizlet.live
of naar de Quizlet App



Slide 5 - Slide

Texte 'La ville la plus dangereuse'
  • Welke plekken staan in de top 3?
  •  Wat is het goede nieuws?
  • Schrijf min. 5 onbekende woorden op
    + vertaling

Fini?
Ga door met de volgende tekst.
Résumer
  • Qui?
  • Quoi?
  • Où?
  • Quand?
  • Pourquoi?
  • Comment?
Texte A2: Les métiers
Texte: Ville dangereuse
timer
6:00

Slide 6 - Slide

Les devoirs
  • Vocabulaire:
    Dans un magasin de vêtements

  • Lecture
    Oefen met examen teksten / korte leesteksten.
Les textes
Les questions
Mots connecteurs
Korte leesteksten

Slide 7 - Slide

Contenu d'épreuve
  • +/- 50% Leestoets
  • +/- 50% Vocabulaire Taaldorp (NL>FR / FR>NL)
> Hulpzinnen, p.2
> À l'office de Tourisme, p.13-14
> Au bureau de police, p.38-40
> À l'hôtel, p. 44-45
> Dans un magasin de vêtements, p.48-50

Slide 8 - Slide

Textes 7 + 8
  • Qui?
  • Quoi?
  • Où?
  • Quand?
  • Pourquoi?
  • Comment?
Mots connecteurs
  • pas seulement...
  • donc
  • et
  • aussi
  • contrairement
  • pour que
  • parce que
  • C'est pour ça

Deze staan in de tekst, en moet je begrijpen..

Les textes
Les questions
Mots connecteurs

Slide 9 - Slide

Oefen SO 'À l'hôtel'
  • 8 minutes
  • 10 questions
  • Lisez les explications 
  • Notez vos fautes
  • Moins de 70%? Continuez d'apprendre.
    > neem contact met me op via Hangout.
Oefen SO

> Roomname: GELUK649

Slide 10 - Slide

Verbuga.eu
> Tijden (temps): présent , passé composé & imparfait
> Verbes irréguliers: avoir, être, faire, aller, vouloir
> Verbes réguliers: parler, finir & vendre
timer
5:00

Slide 11 - Slide

Les moyens à utiliser

Slide 12 - Slide