B2 P4 week 20 wh-questions

WH-questions
Wie gebruiken wh-vragen?
Wat zijn wh-vragen?
Waar komen we wh-vragen tegen?
Wanneer gebruiken we wh-vragen?
Waarom gebruiken we wh-vragen?
Hoe gebruiken we wh-vragen?
Welke wh-vraag moet je gebruiken?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

WH-questions
Wie gebruiken wh-vragen?
Wat zijn wh-vragen?
Waar komen we wh-vragen tegen?
Wanneer gebruiken we wh-vragen?
Waarom gebruiken we wh-vragen?
Hoe gebruiken we wh-vragen?
Welke wh-vraag moet je gebruiken?

Slide 1 - Slide

Wie

Wat

Waar

Wanneer
Waarom

Hoe

Welke
Sleep de gele kaartjes op de juiste vertaling
How
What
When
Where
Who
Why
Which

Slide 2 - Drag question

Slide 3 - Video

Dus:
Leer de vertalingen! Dan gaat het meestal wel goed.

Maar... wanneer gebruiken we ze?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Ik wil iets weten over de plek of locatie. Wat gebruik ik?
A
Who
B
When
C
Why
D
Where

Slide 6 - Quiz

Ik wil iets weten over de tijd. Wat gebruik ik?
A
Who
B
When
C
Why
D
Where

Slide 7 - Quiz

Ik wil iets weten over de personen of mensen. Wat gebruik ik?
A
What
B
Where
C
When
D
Who

Slide 8 - Quiz

Ik wil iets weten over de reden om iets te doen.
A
Why
B
Where
C
When
D
How

Slide 9 - Quiz

Ik wil iets weten over dingen, ideeën en acties. Wat gebruik ik?
A
Why
B
Where
C
When
D
What

Slide 10 - Quiz

Hoe gebruik ik wh-questions?
Dit is simpel. We gebruiken ze bij vragen. Het 'wh-woord' komt aan het begin van de zin. Bijvoorbeeld:
How do I use them? (Hoe gebruik ik ze?)
What is your favourite food? (Wat is jouw lievelings eten?)
Why are turtles cute? (Waarom zijn schildpadden schattig?)
We gebruiken ze dus hetzelfde als in het Nederlands.

Slide 11 - Slide

Maak 3 WH-questions
in het Engels

Slide 12 - Mind map

Slide 13 - Video

Luister nog eens naar het filmpje en schrijf 5 voorbeeldzinnen op die je hoort. Maak daarna een foto en lever het hieronder in.

Slide 14 - Open question

Schrijf een zin met x

Slide 15 - Mind map

doel
Tekst

Slide 16 - Drag question