Spelling H1&6

Regels
  • Telefoon in de telefoontas, voor de tweede bel is gegaan.
  • Jassen aan de kapstok, voor de tweede bel.
  • Niet eten, alleen water drinken.
  • Geen petjes, capuchons of mutsen.
  • Inhalen toetsen: de dinsdag na de week waarin
      een toets gepland stond, via de school.
  • Bij CRS:
        Symbool geeft gewenste werkhouding aan.
        Stoplicht: rood = geen vragen, oranje = hand opsteken om vraag te stellen.
  • 100% huiswerk- en materiaalcontrole; je hebt alles bij je op het moment dat je de les in komt. Ik wil dus geen 'mijn boek ligt nog in mijn kluisje'. Materiaal: lesboek, schrift en leesboek.
  • Als je iets wil zeggen, steek je je vinger op.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Regels
  • Telefoon in de telefoontas, voor de tweede bel is gegaan.
  • Jassen aan de kapstok, voor de tweede bel.
  • Niet eten, alleen water drinken.
  • Geen petjes, capuchons of mutsen.
  • Inhalen toetsen: de dinsdag na de week waarin
      een toets gepland stond, via de school.
  • Bij CRS:
        Symbool geeft gewenste werkhouding aan.
        Stoplicht: rood = geen vragen, oranje = hand opsteken om vraag te stellen.
  • 100% huiswerk- en materiaalcontrole; je hebt alles bij je op het moment dat je de les in komt. Ik wil dus geen 'mijn boek ligt nog in mijn kluisje'. Materiaal: lesboek, schrift en leesboek.
  • Als je iets wil zeggen, steek je je vinger op.

Slide 1 - Slide

Gevolgen
Niet de gewenste werkhouding? Eén keer waarschuwen.
Tweede keer waarschuwen = vrijdagmiddag 16.00 tot 17.00u in 503.

  • Na een derde waarschuwing, geldt voor de hele klas dat de eerstvolgende aan de bak gaat met een aparte opdracht en nakomt op vrijdagmiddag 16.00u tot 17.00u.
  • Gemiste lestijd, en dat is ook als je aan een aparte opdracht gezet wordt, wordt ingehaald op de hierboven genoemde dag en tijden.

Over huiswerkcontrole:
Huiswerk kan ik alleen checken als je je schrift bij je hebt. Geen schrift bij? Dan noteer ik dit als 'huiswerk niet gemaakt'. In dit geval blijf je in de pauze om huiswerk voor de komende les te maken. Heb je dit af, dan mag je gaan.
Als we geen huiswerk hebben of je had het in de les al af, dan blijf je om te lezen.
Voor de tweede keer op rij geen materiaal bij? Dan zet ik je (elders) aan het werk, je lestijd haal je in.


Slide 2 - Slide

Welkom!
  • Neem plaats.
  • Voor de tweede bel is gegaan: telefoon in de telefoontas, spullen op tafel, huiswerk voor je neus.
  • Ga even lezen uit je leesboek; ik doe materiaal- en huiswerkcontrole.
  • Daarna start ik de les.

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen
  • We starten even met lezen.
  • Daarna maken we de toets grammatica.
  • Als we klaar zijn gaan we verder met spelling.

Slide 4 - Slide

Toets grammatica

Je hebt zo'n 45 minuten de tijd.
Schrijf op het antwoordblad, met pen.
Klad mag, op een extra blaadje.

Klaar? Ga lezen uit je leesboek.

Slide 5 - Slide

Spelling: huiswerk
1. Vorige week hadden de docenten de proefwerken nog niet gecheckt.
2. Het cruiseschip bevond/bevindt zich net vlak bij Italië.
3. De net ondertekende verklaring kan nu alweer de prullenbak in.
4. Een klein jongetje stichtte laatst per ongeluk brand in een schuurtje.
5. De gemiste kans van de voetballer werd gisteren op tv steeds weer opnieuw getoond.
6. Op dit moment verlaten de supporters lachend het stadion.
7. Het zal lang duren voor het plategebrande bos teruggegroeid is.
8. Mijn moeder is echt sportief geworden! Zij hockeyt nu elke zaterdag.
9. De nieuwe directeur heeft alles onder controle. Zij managet de boel alsof hij nooit anders heeft gedaan.








Slide 6 - Slide

Behandeling toets

1. In welke gevallen kun je zeggen dat een tekst betrouwbaar is? Noteer er drie.  
      Auteur is deskundig (expert), bronvermelding aanwezig, actuele tekst, objectieve tekst,  
        volledige tekst.

2. Wat is het onderwerp van de tekst? 
    C de terugkeer van Koen Verweij bij TVM

3. Bij welke alinea begint deel 2: 'Keerpunt'?
Alinea 4.




Slide 7 - Slide

Behandeling toets

4.  individualisme = nadruk op afzonderlijke personen 
5.  periferie = buitengebied; randgebied 
6.  collectief = groep samenwerkende mensen 
7.  haantjesgedrag = gedrag dat bedoeld is om te tonen dat je de baas bent     

8 ‘Hij spaart zichzelf niet.’ (al. 3) Wat betekent dat?
     B Hij is hard voor zichzelf.

9. Waarom kun je je als voetballer volgens Verweij wel ‘zo’n leefstijl’ permitteren? (al. 3)

     B In een teamsport kun je je verschuilen achter je teamgenoten.








Slide 8 - Slide

Behandeling toets
10. ‘En toch: ook dat jaar leefde hij nog niet met het besef dat hij als topsporter vooral in zichzelf diende te investeren.’ (al. 4) Citeer één zin uit alinea 4 waarmee Verweij deze bewering ondersteunt. Noteer alleen de eerste twee woorden en de laatste twee.
‘En ik … ben gegaan.’                     [‘En ik denk niet dat ik tot het uiterste ben gegaan.’] 

11. Wat is de chronologische volgorde van de zinnen 1 tot en met 5? Baseer je antwoord op alinea 5 tot en met 7.
D 5 – 2 – 3 – 4 – 1 





Slide 9 - Slide

Behandeling toets
12. Met welke twee woorden wordt het verschil aangegeven tussen de TVM-ploeg van vier jaar geleden en die van nu? Citeer één woord uit alinea 1 en één woord uit alinea 7.





      alinea 1: individualisme
       alinea 7: collectief 

13 Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
C Koen Verweij krijgt van TVM een laatste kans om door te breken.

Slide 10 - Slide

Behandeling toets
14. Kun je tekst 1 gebruiken als bron voor een werkstuk over Koen Verweij? Licht je antwoord toe. A 
Ja, want de tekst is betrouwbaar, maar je hebt er wel een bron extra bij nodig. Dit artikel is verouderd.  OF Nee, de bron is verouderd en daarmee niet betrouwbaar genoeg.
OF Ja, maar je moet er wel een bron bij hebben, want dit gaat alleen over schaatsen.

15.  Boven welke alinea past het tussenkopje Verspreiders van kinderzwerfboeken?
alinea 5 (+6)

16.  Wat is het verband tussen alinea 3, 4 en 5? 
Niet meegerekend. Vraag was onduidelijk. Het ging om een tekstverband.

Slide 11 - Slide

Behandeling toets
17 Waarom vindt Ischa zwerfboeken zo leuk?

D Hij ziet zwerfboeken als een echte verrassing.

18 Hoe kwam de moeder van Savannah op het idee om mee te doen aan Kinderzwerfboek?
C Ze zag bij Koffietijd een item over zwerfboeken.


19 Deze tekst is waarschijnlijk geschreven voor volwassenen die veel kinderboeken in huis hebben of die kinderen hebben die graag lezen. Waaraan kun je dit vooral zien? En leg je antwoord uit. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.  
De bron – Trouw is een krant die gericht is op een volwassen lezerspubliek. 
Het onderwerp – Als je zelf veel boeken hebt en/of je hebt kinderen die veel lezen, ben je waarschijnlijk wel    geïnteresseerd.    










Slide 12 - Slide

Behandeling toets
20. Welke twee van de onderstaande zinnen bevatten informatie die zeker in een samenvatting van de tekst moet worden opgenomen?  

B Kinderzwerfboek is bedacht om zo veel mogelijk kinderen op een verrassende manier aan leuke boeken te helpen, gewoon door ze overal achter te laten. (al. 2)

 











C Volgens Brenda de Jong, een van de organisatoren, is dat de lol van Kinderzwerfboek: iedereen mag meedoen op zijn eigen manier. (al. 2) 

Slide 13 - Slide

Afsluiting
  • We hebben de toets besproken
  • En die van grammatica gemaakt.
  • We hebben het huiswerk van werkwoordspelling doorgenomen. Met deze kleine opfrisser kan je weer even vooruit.
  • Volgende les: spelling. 
  • Huiswerk: leer de theorie op blz. 34 en 154.

Slide 14 - Slide