H7 Formule, tabel en grafiek

                                             3K H3.3
H7 Tabel, Grafiek + Formule
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

                                             3K H3.3
H7 Tabel, Grafiek + Formule

Slide 1 - Slide

Wat betekent regelmaat?

Slide 2 - Open question

Wat hoort er bij de onderste pijltjes te staan?

Slide 3 - Open question

Wat is de regelmaat?

Slide 4 - Open question

In de tabel is sprake van:
A
Regelmatige toename
B
Regelmatige afname
C
Verhoudingstabel
D
Geen regelmaat

Slide 5 - Quiz

Welk getal moet er staan bij 240?

Slide 6 - Open question

Verdeel de begrippen: 
Regelmatige toename
Regelmatige afname
Geen regelmaat

Slide 7 - Drag question

Is dit een grafiek?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Hoe heet de rode lijn in de figuur hiernaast?
A
Een schuine lijn
B
Een diagonaal
C
Een assenstelsel
D
Een grafiek

Slide 9 - Quiz

formule
tabel
grafiek

Slide 10 - Drag question



Hier zie je een formule voor het volgen van Saxofoonlessen. Wat betekent de €6,50
A
dat is het vaste bedrag
B
dat moet je per les betalen

Slide 11 - Quiz

Joost heeft een bijbaantje op de markt.
Hij berekent zijn inkomsten met de formule:
Inkomsten in € = 5 + 3 x tijd in uren

Wat is in deze formule het begingetal?

A
Inkomsten in €
B
5
C
3
D
Tijd in uren

Slide 12 - Quiz

Voor een taxirit betaal je een instaptarief van € 4,50.
Per kilometer betaal je € 1,25.
Wat moet waar op de puntjes komen te staan in de formule?
Prijs in €  
afstand in km
1,25
4,50

Slide 13 - Drag question

Kosten in € = 15 + 7,40 x tijd in dagen
Hoeveel kosten heb ik na 0 dagen?
A
15
B
€ 7,40
C
€ 22,40
D
€ 7,60

Slide 14 - Quiz

Kosten in € = 15 + 7,40 x tijd in dagen
Hoeveel kosten heb ik na 7 dagen?
A
€ 22,00
B
€ 51,80
C
€ 22,40
D
€ 66,80

Slide 15 - Quiz

Kosten in € = 15 + 7,40 x tijd in dagen
Hoeveel kosten heb ik na 10 dagen?
A
€ 25,00
B
€ 89,00
C
€ 150
D
€ 74,00

Slide 16 - Quiz

Daan heeft een bijbaantje.
Inkomsten in € = 5 + 3 x aantal uur

Daan gaat per uur €1 meer verdienen. Wat wordt de nieuwe formule?
A
Inkomsten in € = 5 + 3 x aantal uur
B
Inkomsten in € = 6 + 4 x aantal uur
C
Inkomsten in € = 6 + 3 x aantal uur
D
Inkomsten in € = 5 + 4 x aantal uur

Slide 17 - Quiz

Ik ga een voldoende halen voor de toets van wiskunde na de vakantie!
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Nog vragen voor de toets?

Slide 19 - Open question