Les 3.2 - maateenheden benoemen

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Welkom!

- Jas aan de kapstok

- Telefoon in de bak

- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten.

Praktisch rekenen
Lengtematen

Check in

- Wie is er wel/ niet?

- Hoe zit je er bij vandaag?

- Verwachtingen

- Wat gaan we doen?

Verwachtingen

Je hebt een pen of potlood bij je, zodat je kunt schrijven.

Tijdens de les:

- luister je naar de instructie

- luister je als een ander de beurt heeft

- doe je actief mee

- ben je verantwoordelijk voor je eigen gedrag

- mag je altijd om hulp vragen als het even niet lukt

Wat gaan we doen?

- Herhaling

- Instructie

- Aan de slag

- Afsluiting

Herhaling

Nodig

* wisbordje

* stift

- Hoe heet dit meetinstrument?

- Meet af 5 cm

- Trek een rechte lijn.

Kunnen de leerlingen de verschillende meetinstrumenten nog benoemen?

Weten ze nog wanneer je welk instrument gebruikt?

Doel van deze les

Ik weet:

* wat de afkortingen: mm-cm-dm-m-dam-hm-km betekenen.

Ik kan:

* de juiste maateenheden gebruiken.

Voorkennis

Nodig

* wisbordje

* stift

Schrijf op:
- iets wat een millimeter is
- iets wat een centimeter is
- iets wat een meter is
- iets wat een kilometer is

Kunnen de leerlingen de verschillende meetinstrumenten nog benoemen?

Weten ze nog wanneer je welk instrument gebruikt?

Instructie

Millimeter- mm

Centimeter- cm
Decimeter- dm
Meter - m
Kilometer- km

Instructie

Werkboek
Lezen en maken:

blz. 26 t/m 36

Extra werkboek
Ga verder waar je
gebleven bent.

Kleine afsluiting

- Wat betekent cm? Wijs dit aan op je liniaal.

- Wat betekent dm? Wijs dit aan op je liniaal.

- Wat betekent mm? Wijs dit aan op je liniaal.