This lesson contains 28 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
Deze les
Uitleg 2.4
Lezen 2.4
Opdrachten maken
Slide 1 - Slide
De organen voor vertering
Slide 2 - Slide
Waar gaat deze bassistof over?
Verteringsstelsel
Mondholte, keelholte en slokdarm
Maag
Twaalfvingerige darm, lever, galblaas en alvleesklier
Dunne darm
Blindedarm, dikke darm en endeldarm
Slide 3 - Slide
Woordenlijst
lever
alvleesklier
gal
alvleessap
galblaas
galbuis
emulgeren
darmvlokken
speeksel
slokdarm
maag
maagsap
maagportier
twaalfvingerige darm
dunne darm
darmsapklieren
darmsap
darmplooien
Slide 4 - Slide
Leerdoelen
Je kunt in een afbeelding de delen van het verteringsstelsel benoemen.
Je kunt de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel noemen.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Inleiding
De organen van het verteringsstelsel liggen voornamelijk in de romp. Belangrijke organen voor de vertering zijn de slokdarm, de maag, de lever, de dunne darm en de dikke darm.
Slide 7 - Slide
Leerdoelen
Je kunt in een afbeelding de delen van het verteringsstelsel noemen
Je kunt de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel noemen
Slide 8 - Slide
Verteringsstelsel
Slide 9 - Slide
Mondholte
De holte bij je mond
Gebit > kauwen
Speekselklieren > speeksel
Slide 10 - Slide
Keelholte
Tong gebruik je om voedsel naar de keelholte te drukken
Slide 11 - Slide
Slokdarm
Door te slikken komt voedsel in de slokdarm
Neusholte wordt afgesloten met de huig
Luchtpijp wordt afgesloten met het strotklepje
Slide 12 - Slide
Maag
Door de peristaltiek van de slokdarm wordt voedsel naar de maag geduwd
Maagwand > kringspieren en lengtespieren
Maag kneed voedsel met maagsap
Maagportier > kringspier aan het eind van de maag
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Twaalfvingerige darm
Na het maagportier komt voedsel in de twaalfvingerige darm
Hier komen verteringssappen uit de lever en alvleesklier bij
Slide 15 - Slide
Lever
De lever maakt gal
Gal komt in de twaalfvingerige darm bij het voedsel
Slide 16 - Slide
Alvleesklier
De alvleesklier maakt alvleessap
Alvleessap komt in de twaalfvingerige darm bij het voedsel
Slide 17 - Slide
Galblaas
Gal wordt tijdelijk opgeslagen in de galblaas voor het naar de twaalfvingerige darm gaat
Gal maakt grote vetdruppels kleiner > emulgeren
Dit is dus niet verteren!
Slide 18 - Slide
Dunne darm
Ongeveer 6 meter lang
In de wand liggen darmsapklieren
Die maken darmsap
Slide 19 - Slide
Darmplooien
De dunne darm heeft darmplooien in de wand
Daarop staan uitstulpingen: darmvlokken
In darmvlokken liggen bloedvaten, de wand van darmvlokken is erg dun
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Dikke darm
De dunne darm sluit aan op de dikke darm
Onverteerde voedselresten komen in de dikke darm
Water wordt opgenomen in het bloed
Anderhalve meter lang
Slide 22 - Slide
Blinde darm
Vlak onder de overgang dunne darm - dikke darm ligt de blinde darm
Geen eigen functie bij de vertering
Aan de onderkant zit een uitstulping > appendix
Slide 23 - Slide
Endeldarm
Ingedikte, onverteerde voedselresten gaan naar de endeldarm
Daar worden ze tijdelijk opgeslagen
Het darmkanaal wordt afgesloten door een kringspier: anus
Slide 24 - Slide
Ontlasting
Als de kringspier zich ontspant, wordt de endeldarm geleegd