Thema 3 De bloedsomloop - basisstof 5

1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Hart- en vaatziekten

Slide 3 - Mind map

Gevolgen bloeddruk

Hoge bloeddruk:

  • Te hoge druk op de bloedvaten, het hart klopt te krachtig
  • Vergrote kans op hart- en vaatziekten (beschadigd de wanden van de slagaders --> meer kans op slagaderverkalking)

Lage bloeddruk:

  • hoofdpijn, duizeligheid
  • delen van het lichaam krijgen te weinig bloed -> zuurstof
De bloeddruk is de druk die het bloed uitoefent op de wanden van de slagaders. 

Slide 4 - Slide

Bloeddruk
  • Het bloed 'drukt' tegen de wanden van de bloedvaten. Dit noem je bloeddruk.

  • De bloeddruk is niet overal in je lichaam hetzelfde.


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Zelfstandig aan het werk
Wat: Welke opdrachten moet jij maken? 
Lezen: Basisstof 5
Maken: Opdracht 22 t/m 24 

Waar: De opdrachten worden schriftelijk in het werkboek gemaakt. 
2A Het handboek + 2A Het werkboek 



Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide

Verhoogt lage of hoge bloeddruk de kans op een hartinfarct?
A
lage bloeddruk
B
hoge bloeddruk

Slide 18 - Quiz

Welke vetachtige stof in het bloed zorgt vaak voor slagaderverkalking
A
Cholesterol
B
Fibrinogeen
C
Kalk

Slide 19 - Quiz

Waardoor kan een hartinfarct worden veroorzaakt?
A
Door het optreden van slagaderverkalking in een longslagader
B
Door het optreden van slagaderverkalking in een kransslagader.
C
Door het optreden van slagaderverkalking in de halsslagader.
D
Door het optreden van slagaderverkalking in de leverslagader.

Slide 20 - Quiz

Welk deel van het hart is verstopt bij een hartinfarct
A
hartslagader
B
hartader
C
kransslagader
D
kransader

Slide 21 - Quiz

Een ander woord voor herseninfarct is beroerte.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Wat wordt er gedaan bij een dotterbehandeling ?
A
De vernauwing in de kransslagader wordt opgerekt d.m.v. een ballonentje
B
Er worden nieuwe vaatverbindingen rondom het hart gelegd

Slide 23 - Quiz

Wat kan hart- en vaatziekten veroorzaken?
A
Veel vet eten
B
Roken
C
Weinig bewegen
D
Alle antwoorden

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 27 - Mind map