H2.1 Samen sta je sterker

Welkom!
Pak je boek, schrift en rekenmachine. En log in op LessonUp
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom!
Pak je boek, schrift en rekenmachine. En log in op LessonUp

Slide 1 - Slide

Leerdoelen: 
  • Wat consumenten-organisaties zijn/ doen.
  • Waar je als consument op moet letten.
  •  Hoe je prijzen omrekent.
  • En hoe je een prijsverschil berekent.

Slide 2 - Slide

Consumentenorganisaties
Onpartijdige informatie
Komen op voor de belangen van de consument
Informatie over rechten en plichten

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Vergelijkend warenonderzoek

Slide 5 - Slide

Vergelijkend warenonderzoek
  • Consumentenorganisaties
  • Onderzoek naar prijs en kwaliteit van producten
  • Waardevolle informatie voor consumenten

Slide 6 - Slide

Welke is goedkoper?
Remia 500gr voor €1,55
of Calvé 430gr voor €1,30.
A
Remia
B
Calvé

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Uitleg
gewicht
500
1
100
Prijs
1,55
0,0031
0,31
Gewicht
430
1
100
Prijs
1,30
0,0030
0,30

Slide 9 - Slide

Welke is duurder?
Hollandse kaas 250gr voor €3,50
Of Goudse kaas 325gr voor €4,20
A
Hollandse
B
Goudse

Slide 10 - Quiz

Uitleg
gewicht
250
1
100
Prijs
3,50
0,014
1,40
Gewicht
325
1
100
Prijs
4,20
0,0129,2...
1,29

Slide 11 - Slide

Opdrachten h2.1
Maak opdracht 1 t/m 6.
Klaar? ga verder met de volgende opdracht.


timer
15:00

Slide 12 - Slide

Consumer power
De macht van de consumenten om invloed uit te oefenen op wat producenten verkopen.

Slide 13 - Slide

Keurmerk
Voor allerlei goederen en diensten bestaat een
keurmerk.

Een keurmerk is een logo op een product waarmee de fabrikant aangeeft dat het product aan bepaalde eisen voldoet.


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Hoeveel procent is de BCC duurder dan de mediamarkt? Mediamarkt kost de laptop €500 en bij BCC €620.

Slide 17 - Open question

Wat heb je liever:
€10 per week of €40 per maand?
A
€10 per week
B
€40 per maand

Slide 18 - Quiz

Reken de kosten om naar een bedrag per week

Telefoonabonnement €26 per maand = ..... per week
A
€5,50
B
€6
C
€6,50
D
€7

Slide 19 - Quiz

Hoe bereken je €20 per week om in maanden?
A
€20 x 4 = €
B
€20 x 52 : 12 = €
C
€20 x 31 = €
D
€20 x 30 = €

Slide 20 - Quiz

Hoe bereken je een stijging of daling in procenten?
A
(nieuw) : oud x 100
B
100 : (nieuw-oud) x oud
C
Deel : geheel x 100
D
(nieuw-oud) : oud x 100

Slide 21 - Quiz

vorige week had ik 23 uur online les. Deze week zijn het er 26. Wat is de procentuele verandering
A
(23-26)/26x100%
B
23/26x100%
C
(26-23)/23x100%
D
(26-23)/26x100%

Slide 22 - Quiz

Huiswerk is H2.1
Klaar? Maken herhalingsopdrachten.

timer
5:00

Slide 23 - Slide

Leerdoelen: 
  • Wat consumenten-organisaties zijn/ doen.
  • Waar je als consument op moet letten.
  •  Hoe je prijzen omrekent.
  • En hoe je een prijsverschil berekent.

Slide 24 - Slide