Much = ontelbaar. Vb: much fun / much sleep / much sand
Many = telbaar. Vb: many friends / many cars / many colours
29b: schrijf de meervoudsvorm op van de woorden die er staan
29c: kijk naar het plaatje, geef de meervoudsvormen van de 6 items die je ziet. Doe dit ook met 3 woorden die je zelf mag bedenken
30a: vink aan of je much of many voor het gegeven woord moet zetten. Klik op het paarse oog voor meer uitleg over much en many
30b: vul in de zin much/many. Staat er een woord tussen haakjes? Vul daar dan de meervoudsvorm van in
28: zet de meervoudsvorm van het gegeven woord in de kruiswoordpuzzel
29: Zet het woord tussen haakjes in de meervoudsvorm Wanneer nodig zet much of many ervoor (uitleg hierover in paars rondje)
31: kijk naar de plaatjes. Kies 1 uit en doe alsof je daar bent. Schrijf een kort verhaaltje daarover. Gebruik much & many (I saw many zebras / we spent much time in ...)