B4: Vruchten en zaden

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Leerdoelen

Je kunt de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven

Wat zie je hier gebeuren?

1. Bestuiving
2. Bevruchting
3. Vorming van stuifmeelbuis
4. Vorming van zaden

Wat is het verschil tussen bestuiving en bevruchting?

9.

Eicel

Kern eicel

Kern stuifmeel

Stempel

Stijl

Stuifmeelbuis

Stuifmeelkorrel

Vruchtbeginsel

Zaadbeginsel

Bestuiving/Bevruchting

Vruchten en zaden

Na de bevruchting: 

• Zaadbeginsels worden zaden
• Vruchtbeginsels worden vruchten om de zaden heen.

Na de bevruchting: zaadbeginsels in vruchtbeginsel waarvan de eicel is bevrucht, gaan groeien

Deze zaadbeginsels ontwikkelen zich tot zaden

Vruchtbeginsel wordt groter

B4: Vruchten en zaden

Bevruchting bij een boonplant (peulvrucht):

• Zaadbeginsels ontwikkelen zich tot zaden (bonen)
• Vruchtbeginsel groeit uit tot vrucht (de sperzieboon)
• Restanten van de bloem blijven over: Bloemkelk en stijl

B4: Vruchten en zaden

Het aantal zaden in een vrucht kan sterk verschillen

Appel.
Wat eet je?

1. Vrucht
2. Zaad

Walnoot.
Wat eet je?

1. Vrucht
2. Zaad

Banaan.
Wat eet je?

1. Vrucht
2. Zaad
3. Vrucht/Zaad

Sperzieboon.
Wat eet je?

1. Vrucht
2. Zaad
3. Vrucht/Zaad

Bruine boon.
Wat eet je?

1. Vrucht
2. Zaad
3. Vrucht/Zaad

Zonnebloempitten.
Wat eet je?

1. Vrucht
2. Zaad
3. Vrucht/Zaad

Noem drie dingen die je deze les hebt geleerd

Aan de slag!

Huiswerk: 

Opdrachten B4