Relativiteit §26.1 t/m 6

Fundamentele Natuurkunde
NATFUF04X - deeltijd
Theo van Dijk
dijth@hr.nl
1 / 42
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeHBOStudiejaar 3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Fundamentele Natuurkunde
NATFUF04X - deeltijd
Theo van Dijk
dijth@hr.nl

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Mastering Physics
  • Inlog-code: panarelli20827
  • Bij 60% krijg juist je +0.5 punt bij tentamencijfer
  • 1 poging per vraag

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesplan
  • Week 1 + 2: relativiteit
  • Week 3: lesopdrachten relativiteit
  • Week 4+5: kwantummechanica
  • Week 6: lesopdrachten kwantummechanica
  • Week 7: oefentoets

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vooraf
Voorkennis activeren, aansluiten vorige les, interesse opwekken

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Relativiteit
Stel dat het vlot een snelheid heeft van 10 m/s, en dat de heteluchtballon een snelheid van 15 m/s.

  • Op welk referentiekader zijn de waarden van deze snelheden gebaseerd?
  • Wat is de snelheid van het vlot volgens de mens op de heteluchtballon?
  • Wat is de snelheid van de heteluchtballon volgens de mens op het vlot?

Slide 6 - Slide

Referentiekader: aarde
Snelheid vlot is 5 m/s volgens luchtballon naar links.
Snelheid luchtballon is 5 m/s naar rechts volgens vlot

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Instructie + verwerking

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Inertiaalstelsels
  • Een stelsel is inertiaal als zijn versnelling nul is
  • Galileïsche-Newtoniaanse relativiteit: alle basiswetten van natuurkunde zijn hetzelfde in alle inertiaalstelsels
  • Tijd, lengte, massa, versnelling, kracht veranderen niet in verschillende inertiaalstelsels
  • Positie en snelheid veranderen wel
  • Geen voorkeursstelsel: alle inertiaalstelsels zijn gelijkwaardig

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

Schrijf in 1 zin op wat de kern van deze video is.
Is de aarde een inertiaalstelsel?
Ja
Nee

Slide 11 - Poll

De aarde is officieel geen inertiaalstelsel omdat deze ronddraait en hiervoor een versnelling nodig is.
Probleem met de Wetten van Maxwell
  • Ze voorspellen dat de lichtsnelheid een constante waarde heeft.
  • Ze voorspellen dat licht een golf is.
  • Via welk medium plant licht zich voort? >>> Ether (veronderstelling)?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Volgens de ether-theorie, de ether en de aarde zijn in relatieve beweging. Dus het zou mogelijk moeten zijn om variaties in de lichtsnelheid te meten afhankelijk van de relatieve positie van de aarde en de ether.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Het experiment van Michelson en Morley (1887) bewees dat de lichtsnelheid constant is. Er bestaat dus geen ether (licht plant zich voort in een vacuüm), en inderdaad is de lichtsnelheid wel constant.
Het experiment van Michelson en Morley bewees dat de lichtsnelheid constant is
Dus geen ether (licht plant zich voort in een vacuüm)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Einsteins postulaten van speciale relativiteitstheorie (1905)
Eerste postulaat (relativiteitsprincipe):
De fysische wetten hebben dezelfde vorm in alle inertiaalstelsels
=
Er is geen experiment dat je kunt doen in een inertiaalstelsel om te bepalen of je in rust bent of uniform met constante snelheid beweegt.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Einsteins postulaten van speciale relativiteitstheorie (1905)
Tweede postulaat (constantheid van de lichtsnelheid):
Licht plant zich door de vacuüm voort met een bepaalde snelheid "c" onafhankelijk van de snelheid van de bron of de waarnemer.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Trein 1 rijdt parallel aan trein 2 met v1. Trein 2 staat stil. Als de twee treinen op dezelfde positie staan, raken twee bliksemschichten de kop en staart van beide treinen. Zien waarnemers O1 en O2 de flitsen tegelijkertijd gebeuren?
A
Ja
B
Nee
C
Heb meer gegevens nodig
D
Gelijktijdigheid bestaat niet

Slide 17 - Quiz

Antwoord B; nee
Doordat O1 naar rechts beweegt, zie hij dat gebeurtenis B1 eerder gebeuren dan A1.
Het is dus relatief.

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Stel je voor dat een wetenschapper op een ruimteschip met snelheid v een flits aanzet. Licht reist binnen het ruimteschip naar een spiegel en terug naar de lichtbron waar ook een lichtsensor is.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Alpha Centauri is een ster op 4,3 lichtjaar van ons vandaan. Een astronaut reist met 0,90c hier naartoe.
a) Hoelang duurt die reis volgens iemand op aarde?
b) Hoelang duurt die reis voor de astronaut?

Slide 23 - Open question

a) x = v · t → 4,3 × 3 · 10^8 = 0,90 × 3 · 10^8 · t → t = 4,3 / 0,90 = 4,8 jaar
b) De twee gebeurtenissen zijn: het vertrekken van de raket en de aankomst van de raket. Voor de persoon op aarde zijn die gebeurtenissen niet op dezelfde plaats, het antwoord van "a" is dus een gedilateerde tijd, gemeten door iemand op aarde.
De astronaut meet de eigentijd:
Δt = Δt0 / wortel(1-v^2/c^2)
4,8 = Δt0 / wortel(1-(0,90c)^2/c^2)
Δt0 = 2,1 jaar
Het is dus (theoretisch) mogelijk om in 2 jaar tijd te reizen naar een ster die 4,3 lichtjaar van ons vandaan ligt, of binnen een minuut naar de zon.
Amber en Rose zijn tweelingzussen. Ze zijn 20 jaar oud.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Rose maakt zich op voor een rondreis naar een ster op 30 lichtjaar afstand van de aarde. Ze reist met bijna lichtsnelheid. Amber wacht op haar op aarde.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Voor wie geldt de eigentijd?
A
Amber
B
Rose
C
Een waarnemer die noch op aarde, noch op het ruimteschip is
D
Eigentijd is dezelfde voor Amber en Rose

Slide 26 - Quiz

Rose beweegt mee, dus voor haar de eigentijd; B
Bereken de tijd zoals waargenomen door Amber en Rose. Upload je resultaten hier.

Slide 27 - Open question

delta T0 = 2x30 = 60 jaar
delta T = 60/wortel (1-0,99^2)=425 jaar

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Hoe wordt de paradox opgelost?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Je werkt met hele kleine getallen, gebruik de binomial expansion uit Appendix A-5:
(1 +/- x)^n = (1 +/- nx) voor hele kleine x

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

Je werkt met hele kleine getallen, gebruik de binomial expansion uit Appendix A-5:
(1 +/- x)^n = 1 +/- nx voor hele kleine x

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie
Samenvatten, herhalen, feedback vragen, vooruit blikken

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Bestuderen §26.1 t/m 6
Maken opgaven Mastering Physics van les 1

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

https://www.testtubegames.com/velocityraptor.html

Slide 42 - Slide

This item has no instructions