Les verbes -IR - passé composé

PRÉSENT
Werkwoorden op -er
Werkwoorden op -ir
Werkwoorden op -re
Uitgangen:
-e, -es, -e, -ons, -ez, -ent
Uitgangen:
-s, -s, ..., -ons, -ez, -ent
Uitgangen: 
-is, -is, -it, -issons, -issez, -issent
1 / 14
next
Slide 1: Drag question
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

PRÉSENT
Werkwoorden op -er
Werkwoorden op -ir
Werkwoorden op -re
Uitgangen:
-e, -es, -e, -ons, -ez, -ent
Uitgangen:
-s, -s, ..., -ons, -ez, -ent
Uitgangen: 
-is, -is, -it, -issons, -issez, -issent

Slide 1 - Drag question

Werkwoorden op -er. Sleep de vervoegingen van het werkwoord naar de juiste persoon.
je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
parle
habitez
regardons
détestent
joue
danses

Slide 2 - Drag question

Het werkwoord finir in de tegenwoordige tijd. Combineer de juiste vormen.
Je
Tu
Il/Elle/On
Nous

Vous
Ils/Elles
finis
finissent
finit
finissez
finissons
finis

Slide 3 - Drag question

Comment conjuguer le participe passé (voltooid deelwoord) du passé composé? 
-er
-ir
-re
-u
-i

Slide 4 - Drag question

je (choisir)
A
je choisi
B
je choisis
C
je choisit
D
je choisir

Slide 5 - Quiz

nous (réussir)
A
réussons
B
réussions
C
réussissons
D
réunion

Slide 6 - Quiz

vous (rougir)

Slide 7 - Open question

ils (finir)

Slide 8 - Open question

le passé composé

Slide 9 - Slide

passé composé is...
A
een verleden tijd
B
een tegenwoordige tijd
C
een toekomende tijd

Slide 10 - Quiz

je gebruikt als hulpwerkwoord "avoir"
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

J'
Tu
Il / Elle
Nous
Vous
Ils / Elles
Ai
A
Ont
Avez
As
Avons

Slide 12 - Drag question

wij hebben gezongen
A
nous avons chanter
B
nous avons chantons
C
nous chanté
D
nous avons chanté

Slide 13 - Quiz

ik heb gegeten

Slide 14 - Open question