Flex

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1-3

Welkom bij de flex 

Keuzemogelijkheden

1. Leren leren (zelfstandig + vragen stellen)

Hoe kun je het beste leren voor een geschiedenis proefwerk? Tekstboek mee

2. Herhaling  (hulp op aanvraag)

De stof van de afgelopen week/weken herhalen. Je komt zelf met vragen! Tekstboek + werkboek mee

3. Oefenen tekstbegrip (zelfstandig + vragen stellen)

We gaan oefenen met het maken van opdrachten (toepassing) en bronnen lezen.  Werkboek mee

4. Verbreding -> Keuze uit 2 opdrachten (zelfstandig)

Er staan twee opdrachten van verbreding klaar! Ik mail je de link naar die lessonup!  Opgeladen laptop mee

Je hebt je spullen voor elkaar!                                        -> Spullen mee

Zelfstandig werken = zelfstandig werken                    -> Klep dicht! 

Muziek luisteren mag                                                         -> oordopjes in 

Spelregels flexlessen

1. Leren leren 

1. Leren leren 

Hoofd- en bijzaken 

Voor het vak Geschiedenis moet je vaak best lange teksten leren. Het is vaak erg lastig om deze teksten helemaal uit je hoofd te kennen en dat is in de meeste gevallen ook helemaal niet de bedoeling. Deze teksten bestaan altijd uit hoofdzaken en verhalen en voorbeelden die dit ondersteunen. Het is de bedoeling dat je die hoofdzaken leert en de voorbeelden die erbij horen gewoon goed begrijpt. Deze hoofdzaken zijn op verschillende manieren te vinden:

• Kijk naar de dik gedrukte begrippen
  
• Kijk naar de titels van hoofdstukken en paragrafen
  
• Check waar de bronnen over gaan
  
• Kijk naar de belangrijkste jaartallen op een tijdlijn
  
• Maak een tijdlijn en noteer de belangrijkste jaartallen en begrippen bij de juiste gebeurtenissen
  
• Kijk welke personen het belangrijkste zijn in het verhaal
  
• Lees extra goed de eerste en laatste zinnen van alinea’s (die geven vaak de kern aan)
  
• Kijk welke zinnen weggelaten kunnen worden zonder dat het verhaal niet meer kloppend is

Stappenplan samenvatting

Stappenplan

Iedereen heeft een eigen manier van leren. Het is daarom zaak om zelf een manier te ontwikkelen die voor jou het prettigste werkt. Het volgende stappenplan zou daarbij kunnen helpen:

• Lees de tekst globaal door
  
• Scheid de hoofd- en bijzaken
  
• Leer de begrippen en jaartallen (juiste volgorde)
  
• Schrijf een samenvatting of maak een tijdlijn
  
• Kijk goed naar de bronnen
  
• Zoek aanvullend beeldmateriaal

2. Herhaling 

Kom met concrete vragen over de stof. Probeer heel

- Heb je een les gemist? Probeer duidelijk aan te geven wat je gemist hebt

- Wil herhaling om wat op te frissen of heb je iets niet begrepen? 

- Probeer duidelijk aan te geven wat je nog wilt weten

2. Herhalen

3. Oefenen tekstbegrip 

3. Oefenen Tekstbegrip

Praktische tips

Op de toets:

1. Lees altijd eerst de bron, pas daarna de vraag.
2. Onderstreep belangrijke zaken zoals: jaartallen, namen, plaats, etc.
3. Herken je een bepaald begrip of een gebeurtenis? Schrijf dat er direct bij!

Praktische tips!!!!!

Omgaan met geschreven bronnen

1. Als er bij een vraag staat: gebruik de bron moet in het antwoord de bron ook echt worden
   gebruikt. Doe je dit niet, dan kost het je punten.
2. Doe dit door een tekstfragment uit de bron te citeren. Je mag hierbij de eerste twee
   woorden van een zin opschrijven en de twee laatste woorden van een zin en plaats het
   geheel tussen aanhalingstekens (‘De held….in Frankrijk’). Dit scheelt kostbare tijd! Ben je
   onzeker over je antwoord? ⇒ citeer dan een groter tekstfragment uit de bron. 
3. Laat altijd in je antwoord zien dat je de bron gebruikt. In je antwoord moet dus ergens
   staan: Ik kan in de bron lezen dat.... / In de bron wordt gezegd dat…. 
4. Geef nooit alleen citaat als antwoord! Je moet altijd uitleggen waarom je een bepaald citaat of tekstfragment gebruikt.
   

Oefenen (Havo/Vwo)

Op de volgende dia's staan oefenvragen bij het onderwerp tekstbronnen.

Klik op de bron om te vergroten.

Gebruik eventueel je stappenplan voor het beantwoorden van vragen.

bron 1

VRAAG 1

Gebruik bron 1 

Leg met twee tekstelementen uit in welke opzichten Erasmus het in het fragment van Lof der Zotheid eens was met Luther.

bron 2

VRAAG 2

Gebruik bron 2

In 1709 wordt het in 1679 geschreven boek over staatkunde van bisschop Jacques-Bénigne Bossuet gepubliceerd.

– Leg met behulp van een tekstelement uit bij welk idee van het absolutisme de bron aansluit en

– Leg uit dat Bossuet welwillend staat tegenover de ideeën van John Locke.

bron 3

VRAAG 3

Gebruik bron 3

Deze tekst is het begin van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. 

– Noem de naam van dit historische document en

– Leg met een tekstelement uit waarom deze tekst sterk is beïnvloed door het gedachtegoed van Calvijn.

bron 4

VRAAG 4

Gebruik bron 4

De Duitse uitbreiding van de Vloot was een zorg voor de Britten. 

– Noem de indirecte oorzaak voor de Eerste Wereldoorlog die in deze bron te herkennen is en

– Leg uit waarom de bron het idee van de Vlootwet als noodzaak voor Weltpolitiek weerlegt en

– Verbind deze bron aan een kenmerkend aspect uit deze periode, licht je antwoord toe.

bron 5

VRAAG 5

Gebruik bron 5

In deze bron is een duidelijk perspectief te herkennen.

– Leg met behulp van een tekstelement de standplaatsgebondenheid van Voltaire uit.

Nog een keer oefenen

Kader/TL/Havo

Lees de bron!

Waarom kwam de minister in opspraak?

Het meisje wilde graag geboren zijn als jongen, waarom?

Waarom werd de Joodse Nederlander en zijn vrouw gescheiden?

1. Onderbelichte geschiedenis 

2. Oorlogen 

4. Verbreding -> Keuze uit 2 opdrachten 

4. Verbreding -> Optie 1; Onderbelichte geschiedenis

Je gaat de aankomende flexlessen aan de slag met een eigen gekozen project. (Kies dus de flex geschiedenis ook minimaal 4x) Normaal gesproken moet je leren over onderwerpen die in het schoolboek staan. Maar er is meer! Welke geschiedenis is volgens jou zo belangrijk dat het een plekje verdient in de geschiedenisles? Welke verzwegen (of onderbelichte) geschiedenis moet in de lesmethode staan?

Om te voorkomen dat je een enorm onderwerp kiest en daar uren mee bezig bent, gaan we het klein maken. Je kiest één voorbeeld, gebeurtenis of persoon waarvan jij vindt dat het in de geschiedenisboeken behandeld moet worden.

Je gaat onderzoek doen naar een eigen gekozen onderwerp dat jij interessant vindt en maakt een product dat je presenteert aan je klasgenoten, aan mevrouw Pot of je levert het gewoon in. Dat product kan bijvoorbeeld het volgende zijn:

● Een PowerPoint presentatie

● Een paragraaf voor in de lesmethode (Geschiedeniswerkplaats)

● Een zelfgemaakte website

● Een stripverhaal

● Een tijdschrift

● Eigen invulling…

4. Verbreding -> Optie 2: Oorlogen

Je gaat een klein onderzoekje doen naar een oorlog naar keuze. Je kunt het over belangrijke personen, slagen, landen of voertuigen hebben. Als je zelf iets interessants bedenkt is het ook helemaal goed! De vormgeving bepaal je zelf, maak je een presentatie, een documentje, een mindmap, een poster of verzin wederom iets leuks. Heel vrij dus…

Voorbeelden van oorlogen

- Tachtig jarige oorlog

- Tweede Wereldoorlog

- Eerste Wereldoorlog

- Koude Oorlog (Korea-Oorlog, Vietnamoorlog, Cuba, Afghanistan, Volksopstanden in Oost-Europa)

- Oorlog tegen het moderne terrorisme

- Oorlogen in de Klassieke oudheid (Egypte -> farao’s, Grieken, Romeinen)

- Oorlog van de Mongolen (Dzjengis Khan)

- Oorlogen die ontstonden uit dekolonisatie

- Oorlogen voortkomend uit het modern imperialisme

- Apartheidsstrijd

- Zoek een oorlog op!