This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Vul de juiste werkwoordsvorm in. _______(raden) eens wat dit ________(worden). Of ________(vinden) je dat ik te onduidelijk teken?
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Vul in: Jan _______(vertellen) al dagen dat hij de rekening wel _______(betalen), maar tot nu toe _______(gebeuren) er niets en is er nog niets ________(betalen).
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Gister ________((in)storten) enkele gebouwen in waardoor het stadsverkeer lang moest ________(wachten) op een omleiding terwijl iedereen het aan zag komen en het gevaar al lang ___________(vermoeden).
Slide 9 - Open question
Kees heeft gister een fantastisch verhaal vertelt over zijn vakantie.
A
Goed
B
Fout
Slide 10 - Quiz
Vindt je zus dat een goede cd?
A
Goed
B
Fout
Slide 11 - Quiz
Hij betaalt zijn rekeningen altijd te laat.
A
Goed
B
Fout
Slide 12 - Quiz
Gister zwichte hij onder druk van de politie.
A
Goed
B
Fout
Slide 13 - Quiz
Alleen de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd kan op -dt eindigen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Die mail over het feest heb ik al gedelet.
A
Goed
B
Fout
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Onder het ingestortte gebouw lagen nog veel slachtoffers.
A
Goed
B
Fout
Slide 17 - Quiz
Meld je nu aan voor het nieuwe cursusjaar!
A
Goed
B
Fout
Slide 18 - Quiz
Hij wuifte zijn vakantievrienden na.
A
Goed
B
Fout
Slide 19 - Quiz
De verdubbeling van de -d of -t kan alleen in de persoonsvorm verleden tijd.
A
Goed
B
Fout
Slide 20 - Quiz
Hij heeft zijn snoep bewaard op de plek waar hij ook altijd zijn onderbroeken bewaart.
A
Goed
B
Fout
Slide 21 - Quiz
De geüploadde bestanden heeft hij gesaved op zijn harde schijf.
A
Geuploadde = goed; gesaved = fout
B
Geuploadde = fout; gesaved = goed
C
Geuploadde = goed; gesaved = goed
D
Geuploadde = fout; gesaved = fout
Slide 22 - Quiz
Ik heb wat op het web gesurft en gecheckt of het verhaal dat Jos altijd verteld wel klopt.