Havo 1: grammatica zinsdelen H4 les 1

22 maart
  • grammatica H4 zinsdelen: lijdend voorwerp
  • doel van de les: je kan een lijdend voorwerp in een zin vinden
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

22 maart
  • grammatica H4 zinsdelen: lijdend voorwerp
  • doel van de les: je kan een lijdend voorwerp in een zin vinden

Slide 1 - Slide


Wat is het onderwerp in deze zin?

"Mijn moeder geeft mij een snoepje."
A
Mijn moeder
B
geeft
C
mij
D
een snoepje

Slide 2 - Quiz


Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?

"Pieter en Lisa hebben mij een cadeau gegeven."
A
Pieter en Lisa
B
hebben
C
een cadeau
D
hebben gegeven

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Schrijf het onderwerp, de persoonsvorm en het werkwoordelijk gezegde van deze zin op.

"Veel jongeren lezen graag de spannende boeken van Carry Slee."

Slide 7 - Open question

Wat is het lijdend voorwerp in de zin
Veel jongeren lezen graag de boeken van Carry Slee?
pv = lezen
wg = lezen
ow = veel jongeren
lijdend voorwerp = wie/wat + ow + wg?
Wat lezen veel jongeren?
de boeken  van Carry Slee = lijdend voorwerp (lv)

Slide 8 - Slide

Schrijf het onderwerp, de persoonsvorm en het werkwoordelijk gezegde van deze zin op.

"Waarom laat de presentator van deze talkshow zijn gasten nooit uitpraten?"

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide


Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
(Wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp)

"In veel culturen laten mensen ter versiering hun lichaam tatoeëren."


A
In veel culturen
B
laten
C
mensen
D
hun lichaam

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide






Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
(Wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp)

"De meeste soorten koekjes bevatten veel zout."


A
De meeste soorten koekjes
B
veel zout
C
bevatten
D
koekjes

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide


Schrijf het lijdend voorwerp van de volgende zin op.

"In een pantserwagen voeren de agenten enkele demonstranten af."

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

en nu aan de slag.....
  • huiswerk 23  maart: maken grammatica H4 lijdend voorwerp digitaal  tot en met opdracht 2

Slide 17 - Slide