Leerhulp

Leerhulp schoolexamen maatschappijleer
Je vind hierin:
  1. Info over het schoolexamen
  2. Hoe leer je maatschappijleer
  3. De besproken lesstof + filmpjes
  4. Oefen examenvragen

Succes!!
1 / 55
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leerhulp schoolexamen maatschappijleer
Je vind hierin:
  1. Info over het schoolexamen
  2. Hoe leer je maatschappijleer
  3. De besproken lesstof + filmpjes
  4. Oefen examenvragen

Succes!!

Slide 1 - Slide

Info schoolexamen maatschappijleer

Paragraaf 3.4 t/m 3.6 (tekst met groene streep in de kantlijn hoef je niet te leren)

Digitale toets in Quayn --> NEEM JE LAPTOP MEE & test of je kan  inloggen in Quayn


Slide 2 - Slide

Hoe leer je maatschappijleer
1. Je moet alle begrippen kennen en kunnen gebruiken

2. Maak een samenvatting/woordweb/tekening waarin je de verbanden tussen begrippen zichtbaar maakt (-->)

3. Gebruik blz 60 t/m 63 van je werkboek

Slide 3 - Slide

Paragraaf 3.4

Slide 4 - Slide

De regering
Koning + ministers
(koning onschendbaar + geen mening)
Maken plannen


Het kabinet
Ministers + staatssecretarissen

Voeren de plannen uit

Dagelijks bestuur

Slide 5 - Slide

1x per 4 jaar stemmen


150 zetels

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

De regering= Koning & ministers




Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 11 - Video

Taken van de koning
Handtekening onder wetten

Overleg voeren met minister-president

Land vertegenwoordigen

Beëdigen 

Slide 12 - Slide

Koning
! HEEFT GEEN MACHT !

NL is een democratie en wordt bestuurd door volksvertegenwoordigers!


Slide 13 - Slide

Paragraaf 3.5

Slide 14 - Slide


Eerste Kamer
75 volksvertegenwoordigers

Indirect gekozen

Kunnen niks veranderen
Laatste check

Tweede Kamer
150 volksvertegenwoordigers

Direct gekozen

Kunnen een wet veranderen
Parlement
Taken: (mede) wetgeving + controleren kabinet

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Hoe komt een wet tot stand?
Bron 8 blz 48
Bekijk deze goed!

Slide 17 - Slide

Hoe komt een wet tot stand?
Stap 1: Er is een maatschappelijk probleem:
We eten te weinig frikandellen speciaal!
I <3 delletje

Slide 18 - Slide

Hoe komt een wet tot stand?
Stap 2: Minister (of Tweede Kamerlid) maakt een wetsvoorstel:

Iedere werkgever is verplicht om op vrijdag een frikandel speciaal aan zijn werknemers te geven.

Stap 3: Minister gaat in debat met Tweede Kamer. Minister legt uit waarom dit belangrijk is.

Slide 19 - Slide

Hoe komt een wet tot stand?
Stap 4: Tweede Kamerleden dienen tijdens debat amendementen (wijziging van het idee):

Iedere baas is verplicht om op vrijdag en frikandel speciaal aan zijn werknemers te geven. Ook scholen delen op vrijdag frikandellen uit.

Slide 20 - Slide

Hoe komt een wet tot stand?
Stap 5: Tweede Kamer stemt over de wet --> 76 stemmen voor


Stap 6: Eerste Kamer stemt over de wet --> 38 stemmen voor
                                                                   OF
Stap 6: Eerste kamer stemt over de wet --> 38 stemmen tegen (ga terug naar stap 2: minister past wetsvoorstel aan)


Slide 21 - Slide

Hoe komt een wet tot stand?
Stap 7: Koning zet zijn handtekening.

Stap 8: De wet wordt bekend gemaakt.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Bekijk bron 8 goed voor het schoolexamen!

Slide 25 - Slide

LET OP

Tekst met groene streep hoef je niet te leren!

Slide 26 - Slide

Bekijk opdracht 17 goed!
blz 51 van je werkboek


Slide 27 - Slide

Paragraaf 3.6

Slide 28 - Slide

Drie belangrijke kenmerken van onze democratie

Er is een grondwet

De politieke macht is verdeeld in drie onderdelen (Trias Politica)

Door burgers gekozen parlement heeft de hoogste macht

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Trias Politica
Om te voorkomen dat een groep te veel macht krijgt, is de macht gescheiden in drie onderdelen:
  1. Het parlement beslist over wetsvoorstellen van regering.
  2. De ministers (regering) voeren de wetten uit.
  3. De rechters beoordelen of overheid en burgers zich aan de wet houden.

Slide 31 - Slide

Scheiding der machten

Slide 32 - Slide

Regering maakt plannen
Maar heeft uiteindelijk weinig te zeggen
Uiteindelijk heeft parlement de macht!

Slide 33 - Slide

Parlementaire democratie
Het parlement (de mensen op wie wij stemmen) moet elk wetsvoorstel goedkeuren.

Het parlement heeft daardoor meer macht dan de ministers.

Daarom noemen we onze democratie een parlementaire democratie.

Slide 34 - Slide

Rechtsstaat
De combinatie van een parlementaire democratie, grondwet en trias politica maakt Nederland een rechtsstaat.

Dit betekend:
Een land waarin de rechten en plichten van burgers én van de overheid in de grondwet zijn vastgelegd en ook worden nageleefd.

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Wie vormen samen het kabinet?

Slide 38 - Open question




Kabinet = Ministers + staatssecretarissen

Slide 39 - Slide

Wat is het kabinet?
(Wat doen ze?)

Slide 40 - Open question

Noem de verschillen tussen de Eerste en de Tweede kamer

Slide 41 - Open question

De Eerste Kamer heeft 75 leden, de Tweede Kamer 150 leden.

De leden van de Eerste Kamer zijn indirect gekozen, de leden van de Tweede Kamer direct door de bevolking.

De Tweede Kamer heeft wel het recht van amendement, de Eerste Kamer niet.

Slide 42 - Slide

Wie hebben de meeste macht in Nederland?

Slide 43 - Open question

Wie vormen samen het parlement?

Slide 44 - Open question

Welke 2 taken heeft het parlement?

Slide 45 - Open question

Welke taken heeft de koning?

Slide 46 - Open question

Taken van de koning
Handtekening onder wetten

Overleg voeren met minister-president

Land vertegenwoordigen

Beëdigen 

Slide 47 - Slide

Wat staat er in de troonrede?

Slide 48 - Open question

Wat staat er in de miljoenennota?

Slide 49 - Open question

Hoe komt een wet tot stand?

Slide 50 - Open question

Wat is lobbyen?

Slide 51 - Open question

Wat is een rechtsstaat?

Slide 52 - Open question

Noem de drie belangrijkste kenmerken van onze democratie

Slide 53 - Open question

Welke drie groepen horen bij de Trias Politica (scheiding der machten)

Slide 54 - Open question

Waarom wordt Nederland een parlementaire democratie genoemd?

Slide 55 - Open question