This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Sporen uit de ijstijd
Slide 1 - Slide
Je kan......
Welke landschappen zijn gevormd in het Holoceen?
Wat is het verschil tussen het pleistoceen en het holoceen.
Je kunt de relatieve stijging van de zeespiegel uitleggen.
Slide 2 - Slide
Geologische tijdschaal
- de geologische geschiedenis van de ouderdom van de aarde
- de tijdschaal omvat 4,6 miljard jaar aardgeschiedenis. * De tijdschaal bestaat uit:
> hoofdtijdperken
> perioden > tijdvakken
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Periode: Kwartair
Tijdvak:
Pleistoceen
Begon 2,6 miljoen jaar geleden
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Oprukkend ijs
Eerste fase tot aan de lijn Texel-Coevorden
Landijs nam zand, klei en stenen mee.
Gewicht van het ijs verpulverde stenen en werd vermengd met grind, zand en leem. Dit is: Keileem.
Soms kwam keileem heel hoog aan de oppervlakte en noemen we het keileemkoppen.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Oprukkend ijs
De Tweede fase kwam het ijs tot de lijn, Haarlem-Utrecht-Nijmegen.
Niet in een rechte lijn, maar in de vorm van 'tongen'.
in rivierdalen werden ze uitgediept en werden het tongbekkens. (tot 125 meter beneden NAP)
Ijs drukte rivierzand en grind samen en omhoog tot zogenaamde stuwwallen. (tot 100 meter boven NAP)
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
IJstijd
- Temperatuur daalde gemiddeld 5oC.
- Er viel in de winter meer sneeuw dan in de zomer smolt.
- De sneeuw werd samengedrukt tot ijs.
- De sneeuw weerkaatst zonlicht > nog kouder - Veel water werd als landijs vastgehouden > Zeespiegel daalt, deel van de Noordzee lag droog. - uitbreidende gletsjers vanuit Scandinavië.
Slide 14 - Slide
Hoeveel miljoen jaar geleden was het pleistoceen?
A
2.6 miljoen jaar geleden
B
0.01 miljoen jaar geleden
C
5.3 miljoen jaar geleden
D
65 miljoen jaar geleden
Slide 15 - Quiz
Welke begrippen horen bij de juiste omschrijvingen?
1. Een koude periode waarin zich op het land uitgestrekte ijskappen vormen. Heet ook glaciaal.
2. Warmere periode tussen twee ijstijden in. Heet ook tussenijstijd.
3. Laag eeuwige sneeuw op het land die tot ijs is samengeperst.
4. Een met nauwelijks waarneembare snelheid naar het dal schuivende ijstong, die hoog in de bergen begint in een verzamelbekken van sneeuw.
ijstijd
landijs
interglaciaal
gletsjer
Slide 16 - Drag question
Kies een thema
Relatieve zeespiegel
Waddenkust
Veenmoerrassen
jonge afzettingen
Leg in het kort het stukje theorie die belangrijk is voor de vorming van het landschap uit het holoceen uit.
timer
8:00
Slide 17 - Slide
Opdrachten maken
Maak de opdrachten van 6.3
Welke landschappen zijn gevormd in het Holoceen?
Wat is het verschil tussen het pleistoceen en het holoceen.
Je kunt de relatieve stijging van de zeespiegel uitleggen.
Slide 18 - Slide
Waardoor breidt het ijs zich tijdens een ijstijd uit?
Slide 19 - Open question
In welke periode van het Pleistoceen komen de vlechtende rivieren voor?
A
Pre-glaciaal
B
Glaciaal
C
Post-glaciaal
Slide 20 - Quiz
In welke periode van het Pleistoceen komt de poolwoestijn met de afzetting dekzand voor?
A
Pre-glaciaal
B
Glaciaal
C
Post-glaciaal
Slide 21 - Quiz
Welke afzettingen werden in het noorden van NL afgezet en welke in het midden van NL? Noteren als: Noorden:... Midden:...
Slide 22 - Open question
In welke periode leven wij nu?
A
Pleistoceen
B
Holoceen
C
Saalien
D
Pre-Glaciaal
Slide 23 - Quiz
Wat vond je moeilijk? Wat begreep je niet?
Slide 24 - Open question
Hoe noemen we ijs vermengd met grind, zand en leem?
A
Keileemkoppen
B
Tongbekken
C
Stuwwal
D
Keileem
Slide 25 - Quiz
Na het Pleistoceen volgde het Holoceen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quiz
Welk soort rivier stroomde vooral in Nederland in ijstijd?